Woordenschat 1.2 van NuNederlands

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2

Slide 1 - Slide

Planning

- Testje
- Theorie
- Maken opdrachten 

Slide 2 - Slide

Doel:
Ik kan de betekenis afleiden uit het woord. 

Slide 3 - Slide

Waarom leren wij dit?

Slide 4 - Slide

Theorie
Je kunt de betekenis van een moeilijk of onbekend woord soms raden door goed te kijken:

- Is het woord samengesteld?
-Staan er voor- en/of achtervoegsels bij een woord dat je kent?
- Lijkt het onbekende woord op een woord dat je wel kent?

Slide 5 - Slide

Samengesteld uit meerdere woorden?
  • Gebiedsverbod
  • Massacommunicatie

Slide 6 - Slide

Wat betekent gebiedsverbod?
A
Een deel van een stad of land wordt gesloten.
B
In een deel van een stad niet mogen komen
C
Iemand mag niet meer bieden op Marktplaats
D
-

Slide 7 - Quiz

Voor- en/of achtervoegsels
  • multi = veel
  • functioneel = bruikbaar
  • multifunctioneel = iets is op vele manieren te gebruiken

  • Gebruiken = met iets omgaan zodat je er wat aan hebt 
  • Her- = opnieuw

Slide 8 - Slide

Wat betekent hergebruiken?
A
Vreemde gebruiken van andere culturen.
B
Iets opnieuw nuttig inzetten.
C
Iets van iemand lenen.
D
Voor een tweede keer iets ruiken.

Slide 9 - Quiz

Lijkt het op een bekend woord?
  • Problematisch
  • Praktisch
  • Ritmisch
  • Personage

Slide 10 - Slide

Maken voor de woorden uit toets

NuNederlands woordenschat: woordenschat 1.1
Opdracht 1 tot en met 5

Slide 11 - Slide