What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
ViaStarttaal Online - VIA Vooraf - Op weg naar 1F - Thema 2 - Gezondheid
ViaStarttaal Online - VIA Vooraf - Op weg naar 1F
Thema 2 - Gezondheid
Thema 2 - Gezondheid
ViaStarttaal Online - VIA Vooraf - Op weg naar 1F
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
ViaStarttaal Online - VIA Vooraf - Op weg naar 1F
Thema 2 - Gezondheid
Thema 2 - Gezondheid
ViaStarttaal Online - VIA Vooraf - Op weg naar 1F
Slide 1 - Slide
Moeilijke woorden
Slide 2 - Slide
Opdracht 1.
Vul het juiste woord in. Kies uit de volgende woorden:
Saïd schrok ontzettend van de uitslag van het ______________
A
bijsluiter
B
apotheek
C
onderzoek
D
conditie
Slide 3 - Quiz
Opdracht 2.
Vul het juiste woord in. Kies uit de volgende woorden:
Deze ______________ zit in de meeste soorten groente en fruit.
A
apotheek
B
behandeling
C
vitamine
D
bijsluiter
Slide 4 - Quiz
Wat betekend deze uitdrukking?
Kruis het juiste antwoord aan.
'Bloed, zweet en tranen.'
A
Een opmerking maken over en pijnlijk onderwerp voor iemand
B
Altijd ruzie met elkaar maken.
C
Heel hard hijgen, omdat jij je ingespannen hebt.
D
Ergens heel veel moeite voor doen.
Slide 5 - Quiz
Wat betekend deze uitdrukking?
Kruis het juiste antwoord aan.
'Door dik en dun.'
A
Elkaar steunen op leuk en minder leuke momenten.
B
Ergens heel veel moeite voor doen.
C
Met veel zin aan iets beginnen.
D
Heel boos zijn.
Slide 6 - Quiz
Spelling & grammatica
Slide 7 - Slide
Verdeel de het woord in lettergrepen. Schrijf het woord over en zet een streepje (-) tussen de lettergrepen.
vakantie
Slide 8 - Open question
Verdeel de het woord in lettergrepen. Schrijf het woord over en zet een streepje (-) tussen de lettergrepen.
dieet
Slide 9 - Open question
Verdeel de het woord in lettergrepen. Schrijf het woord over en zet een streepje (-) tussen de lettergrepen.
vitamine
Slide 10 - Open question
Verdeel de het woord in lettergrepen. Schrijf het woord over en zet een streepje (-) tussen de lettergrepen.
bijsluiter
Slide 11 - Open question
Sleep een vakje naar de
bijvoegelijke naamwoorden
en naar de
bepaalde lidwoorden.
In iedere zin kunnen meerdere bijvoeglijk naamwoorden en bepaalde lidwoorden staan.
De vriendelijke huisarts faxte het recept
naar een
nieuwe apotheek.
Bijvoeglijk naamwoord:
Onbepaald lidwoord:
Slide 12 - Drag question
Sleep een vakje naar de
bijvoegelijke naamwoorden
en naar de
bepaalde lidwoorden.
In iedere zin kunnen meerdere bijvoeglijk naamwoorden en bepaalde lidwoorden staan.
De valse hond heeft het jongetje gebeten.
Bijvoeglijk naamwoord:
Onbepaald lidwoord:
Slide 13 - Drag question
Sleep een vakje naar de
bijvoegelijke naamwoorden
en naar de
bepaalde lidwoorden.
In iedere zin kunnen meerdere bijvoeglijk naamwoorden en bepaalde lidwoorden staan.
Mijn oude tante moet voor een zware behandeling naar het ziekenhuis.
Bijvoeglijk naamwoord:
Onbepaald lidwoord:
Slide 14 - Drag question
Sleep een vakje naar de
bijvoegelijke naamwoorden
en naar de
bepaalde lidwoorden.
In iedere zin kunnen meerdere bijvoeglijk naamwoorden en bepaalde lidwoorden staan.
De grootste appels werden geplukt door de sterkste jongens
.
Bijvoeglijk naamwoord:
Onbepaald lidwoord:
Slide 15 - Drag question
Sleep een vakje naar de
bijvoegelijke naamwoorden
en naar de
bepaalde lidwoorden.
In iedere zin kunnen meerdere bijvoeglijk naamwoorden en bepaalde lidwoorden staan.
Zelfs zijn beste vrienden lieten hem in
de steek.
Bijvoeglijk naamwoord:
Onbepaald lidwoord:
Slide 16 - Drag question
Lezen
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Wat is de titel van de tekst ?
Slide 19 - Open question
Slide 20 - Slide
Wat is de bron van de tekst ?
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
Uit hoeveel zinnen bestaat
de 3e alinea ?
Slide 23 - Open question
Slide 24 - Slide
Wat is het tekstdoel van
de schrijver?
A
informatie geven
B
mening geven
C
overhalen
D
vermaken
Slide 25 - Quiz
Schrijven
Slide 26 - Slide
Wat is een persoonlijk bericht?
A
een formele brief
B
de u-vorm
C
de je-vorm
D
een informele brief
Slide 27 - Quiz
Aan wie schrijf je een persoonlijk bericht?
A
Aan de dokter
B
Aan de school
C
Aan vrienden en familie
D
Aan de gemeente
Slide 28 - Quiz
Wat is een datering? Schrijf het correct op.
Slide 29 - Open question
Geef een voorbeeld van een aanhef van een persoonlijke brief.
Slide 30 - Open question
Wat is een goede slotgroet?
A
Groetjes, Ilayda
B
Groetjes, Paula.
C
Groetjes. Nisa,
D
Groentjes, Merlijn
Slide 31 - Quiz
More lessons like this
ViaStarttaal Online - VIA Vooraf - Op weg naar 1F - Thema 2 - Gezondheid
March 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Thema 2 - H2 : Spelling en grammatica les 2
February 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2
T4L2: Bijvoeglijke naamwoorden
February 2023
- Lesson with
14 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Via Vooraf - Spelling en grammatica
October 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Via Vooraf Thema 5 hoofdstuk 2
February 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
4.9 Spelling les 2
March 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
thema 5 - H2 - Spelling en grammatica - les 1
June 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
W1 - NE C: herhaling woordleer
August 2024
- Lesson with
12 slides
Nederlands
Secundair onderwijs