What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Via Vooraf Thema 5 hoofdstuk 2
Thema 5 - hoofdstuk 2
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Thema 5 - hoofdstuk 2
Slide 1 - Slide
Doel van de les
lesdoel:
Je beheerst de stof van voorgaande thema's (spelling&grammatica)
werkcompetentie:
kwaliteit leveren en werkvoorbereiding
Slide 2 - Slide
Wat zijn klinkers?
A
a, o, u, e, i
B
b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z
Slide 3 - Quiz
Wat zijn medeklinkers?
A
a, o, u, e, i
B
b, c, d, f, g, h, j, k, l, m, n, p, q, r, s, t, v, w, x, z
Slide 4 - Quiz
Zet een streepje tussen de lettergrepen van het woord:
ongeluk
Slide 5 - Open question
Zet een streepje tussen de lettergrepen van het woord:
dienstregeling
Slide 6 - Open question
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Slide 7 - Open question
Wat is het bijvoeglijk naamwoord in de zin:
De grote jongen loopt over straat
A
loopt
B
straat
C
grote
D
jongen
Slide 8 - Quiz
Wat is een zelfstandig naamwoord?
Slide 9 - Open question
Wat is een zelfstandige naamwoord in de zin:
De grote jongen loopt op straat
A
De
B
op
C
loopt
D
jongen, straat
Slide 10 - Quiz
Wat is een werkwoord
Slide 11 - Open question
Wat is het werkwoord in de zin:
De grote jongen loopt op straat
A
De
B
op
C
loopt
D
jongen, straat
Slide 12 - Quiz
Wat is een voorzetsel?
Slide 13 - Open question
Wat is het voorzetsel in de zin:
De grote jongen loopt op straat
A
De
B
op
C
loopt
D
jongen, straat
Slide 14 - Quiz
Wat is een onbepaald lidwoord?
A
de
B
het
C
een
D
alle 3 zijn goed
Slide 15 - Quiz
Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
De agent rijdt in de auto
A
TT
B
VT
Slide 16 - Quiz
Tegenwoordige tijd of verleden tijd?
De agent reed in de auto
A
TT
B
VT
Slide 17 - Quiz
De stam is de ik-vorm.
Wat is dan de stam van lopen?
A
loop
B
liep
C
lopen
D
loopt
Slide 18 - Quiz
De stam is de ik-vorm.
Wat is dan de stam van fietsen?
A
fietsen
B
fiets
C
fietste
D
fietst
Slide 19 - Quiz
Zelfstandig werken
Maak van thema 5 hoofdstuk 2
blz. 158 t/m 161 opdr. 1 t/m 4
KLAAR? Kijk je werk na en laat het zien aan de juf.
Slide 20 - Slide
Afsluiting/Evaluatie
lesdoel:
Je beheerst de stof van voorgaande thema's (spelling&grammatica)
werkcompetentie:
kwaliteit leveren en werkvoorbereiding
Slide 21 - Slide
More lessons like this
thema 5 - H2 - Spelling en grammatica - les 1
June 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Via Vooraf - Spelling en grammatica
28 days ago
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
ViaStarttaal Online - VIA Vooraf - Op weg naar 1F - Thema 2 - Gezondheid
March 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
ViaStarttaal Online - VIA Vooraf - Op weg naar 1F - Thema 2 - Gezondheid
September 2024
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 1
Thema 1, week 3 Toets
August 2022
- Lesson with
34 slides
Taal
Basisschool
Groep 6
Bijvoeglijk naamwoorden + Engelse werkwoorden
October 2023
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord
October 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Thema 5 - oefenen voor de toets
May 2021
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 2