PVG Herhaling generatieve vermeerdering

PVG
Herhaling Vegetatieve vermeerdering
1 / 19
next
Slide 1: Slide
RetailMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

PVG
Herhaling Vegetatieve vermeerdering

Slide 1 - Slide

Alles wat met landbouw te maken heeft noem je ...
A
Groen
B
Agrarisch
C
Veehouderij
D
Akkerbouw

Slide 2 - Quiz

Noem een voorbeeld van een gewas.

Slide 3 - Open question

Je trekt een geultje in het zand en daar leg je de zaden in. Dit noem je ...
A
op rijen zaaien
B
precisie zaaien
C
breedwerpig zaaien

Slide 4 - Quiz

Om een grasveld te zaaien wil je een mooie verdeling over de oppervlakte. Dit noem je ........
A
op rijen zaaien
B
precisie zaaien
C
breedwerpig zaaien

Slide 5 - Quiz

Je zaait op een rechte rij, maar de afstand tussen de zaadjes in gelijk. Dit noem je .......
A
op rijen zaaien
B
precisie zaaien
C
breedwerpig zaaien

Slide 6 - Quiz

Aardappels poot je, ze gaan helemaal onder de grond. Dit gebeurt met een .......
A
zaaimachine
B
pootmachine
C
aardappelrooier
D
bietenrooier

Slide 7 - Quiz

Uien en bloembollen plant je: het puntje van de bol steekt boven de grond uit. Dit doe je met een .......
A
zaaimachine
B
pootmachine
C
plantmachine
D
bietenrooier

Slide 8 - Quiz


A
Bol
B
Knol

Slide 9 - Quiz


A
Bol
B
Knol

Slide 10 - Quiz

Generatief vermeerderen is hetzelfde als ...
A
vegetatief vermeerderen
B
geslachtelijk vermeerderen
C
geslachtelijke voortplanting
D
ongeslachtelijk vermeerderen

Slide 11 - Quiz

Meeldraden zijn de mannelijke delen van een bloem.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

Een stamper is het vrouwelijke deel van een bloem.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Wat wordt gemaakt door de meeldraden?
A
zaadjes
B
eicellen
C
stuifmeelkorrels
D
zaadcellen

Slide 14 - Quiz

Waardoor wordt stuifmeel verspreid?
A
insecten en wind
B
insecten en de mens
C
wind en de mens
D
insecten, wind en mens

Slide 15 - Quiz

Als stuifmeel op de stamper van dezelfde soort plant terecht komt noem je dat .....
A
bevruchting
B
bestuiving
C
beweging
D
verspreiden van zaden

Slide 16 - Quiz

Na bestuiving vindt vaak bevruchting plaats. Er ontstaat dan een ...
A
vrucht
B
vruchtbeginsel
C
zaadje
D
zaadbeginsel

Slide 17 - Quiz

Uit dat zaadje ontstaan nieuwe planten met eigenschappen van de vader- en moederplant.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Een kweker maakt een plantenras met betere eigenschappen. Dit noem je .....
A
kruisen
B
vermeerderen
C
veredelen
D
klonen

Slide 19 - Quiz