2hv H2 Lezen

H2 Lezen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H2 Lezen

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden;
  • je kunt concluderende, redengevende en oorzakelijke verbanden in een tekst herkennen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Verbanden
             
            
In een goede tekst hangen woorden, zinnen en alinea's met elkaar samen. Die samenhang heet het tekstverband.

Slide 4 - Slide

Dit weet je al
Chronologisch - Ik kwam vroeger altijd te laat en nu niet meer.

Opsommend - Ten eerste kom je te laat, ten tweede is je iPad leeg en tot slot geef je een grote mond.

Tegenstellend - Jij bent op tijd, maar de docent is te laat.

Toelichtend - Dat te laat komen lost zich niet opeens op, met andere woorden: je moet je best gaan doen te veranderen.


Slide 5 - Slide

Zij moet eerst haar zere oor aan de dokter laten zien, daarna mag ze een pijnstiller innemen.
A
Chronologisch
B
Opsommend
C
Tegenstellend

Slide 6 - Quiz

Chantal geniet van goede muziek, verder is zij een filmliefhebber.
A
Tegenstellend
B
Opsomming
C
Chronologisch

Slide 7 - Quiz

Mijn etui zit bomvol met schoolspullen: pennen, potloden, stiften, een geo-driehoek, gummen en een passer.
A
Opsomming
B
Tegenstellend
C
Chronologisch

Slide 8 - Quiz

Zet de signaalwoorden bij het juiste tekstverband. 
Toelichtend
Opsommend
Bijvoorbeeld
Zoals
Verder
Ook

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Nieuwe tekstverbanden
Concluderend - conclusie - Ik ben te laat, dus ik haal een briefje.

Redengevend - waarom? - Ik ben te laat, want ik ben traag.

Oorzakelijk - waardoor iets gebeurt? - Ik ben te laat, daardoor mis ik 10 minuten van de les.

Vergelijkend - verschil/overeenkomst - Ik ben te laat, net als jij.

Slide 11 - Slide

Toch
Daardoor
Want
Kortom
Sleep de tekstverbanden naar de bijpassende signaalwoorden. 
Tegenstellend verband
Oorzakelijk verband
Redengevend verband
Concluderend

Slide 12 - Drag question

Opdrachten
havo: opdracht 1 (p. 44-45)
vwo: startopdracht + opdracht 1 (p. 44-45)

Slide 13 - Slide

Opdrachten
havo: opdracht 2 en 4 (p. 45- 48)
vwo: opdracht 2 en 4 (p. 47-49)

Slide 14 - Slide