Beïnvloeding van het zenuwstelsel

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Zitten op je eigen plek
Telefoon op stil en in je tas
Boek+schrift/chromebook op tafel

Slide 1 - Slide

Thema 8/9 - Regeling

Slide 2 - Slide

Regeling
KB
9.1 - Het zenuwstelsel
9.2 - Zenuwcellen en zenuwen
9.3 - Het ruggenmerg
9.4 - De hersenen
9.5 - De weg die impulsen afleggen
9.6 - Het hormoonstelsel

BB
8.1 - Het zenuwstelsel
8.2 - Zenuwcellen en zenuwen
8.3 - De hersenen
8.4 - Beïnvloeding van het zenuwstelsel
8.5 - Bewuste reacties en reflexen
8.6 - Het hormoonstelsel

Slide 3 - Slide

Beïnvloeding van de hersenen

Slide 4 - Slide

Doelen van deze les
Je kunt de invloed van medicijnen, alcohol en drugs op het zenuwstelsel beschrijven
Je kan de risico's van het gebruik van verslavende middelen noemen

Slide 5 - Slide

De hersenen
Hersenen bestaan uit:
- Grote hersenen
- Kleine hersenen
- Hersenstam

Slide 6 - Slide

Hersenstam
De hersenstam verbind het ruggenmerg met de hersenen.

Impulsen van en naar hoofd en hals gaan niet via het ruggenmerg, maar via hersenstam

Automatische processen zoals ademhaling en hartslag

Slide 7 - Slide

Kleine hersenen
In de kleine hersenen worden alle bewegingen van je lichaam op elkaar afgestemd. 

Dit heet het coördineren van bewegingen.

Slide 8 - Slide

Grote hersenen
Verwerking van impulsen worden in de grote hersenen verwerkt.

De grote hersenen spelen een rol bij bewuste waarnemingen en bewuste bewegingen. Ook gebruik je de grote hersenen wanneer je nadenkt, voor je emoties en wanneer je iets moet onthouden.

Slide 9 - Slide

Hersencentra (grote hersenen)
Cellichamen van schakelcellen liggen in groepen bij elkaar: de hersencentra.
  1.  Gevoelscentra: ontvangen informatie van zintuigen.
  2. Bewegingscentra: sturen spieren of klieren aan.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Grijze en witte stof
Grijze stof > Cellichamen van schakelcellen en bewegingszenuwcellen
Witte stof > hierin liggen veel uitlopers 

Slide 12 - Slide

Grijze en witte stof
In ruggenmerg: Grijze stof binnenkant, witte stof buitenkant
In de grote hersenen: Grijze stof buitenkant, witte stof binnenkant

Slide 13 - Slide

Wat kan je zenuwstelsel beïnvloeden?

Slide 14 - Slide

Medicijnen
Bijv. slaapmiddelen of pijnstillers

Minder waarnemingsvermogen (zien of 
horen)
Trager reactievermogen 

Slide 15 - Slide

Alcohol
Wie drinkt wel eens alcohol?

Slide 16 - Slide

Alcohol
Via bloed naar hersenen
Verdovende werking op spieren en organen
Veel alcohol -> negatieve invloed op bloeddruk
Dit leidt tot hart- en vaatziekten en/of beroerte

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Drugs



Verdovend -> je voelt minder, bloeddruk omlaag; versterkt emotie
Stimulerend -> bloeddruk omhoog; eerst veel energie, daarna weinig

Slide 20 - Slide

Drugs



Bewustzijnsveranderend -> emotie versterkt, beleving verandert

Slide 21 - Slide

Verslaving
Vaak gebruik van middelen -> tolerantie -> meer nodig voor zelfde effect

Verslaving (afhankelijk)
Geestelijk -> Onrustig in je hoofd wanneer je het niet krijgt
Lichamelijk -> lichamelijke klachten als je het niet krijgt
Sociaal -> Geen aansluiting bij vrienden zonder middel

Slide 22 - Slide

Overdosis
Te veel van een beïnvloedende stof binnen
Hierdoor kan het hart stoppen of kunnen de hersenen 'kortsluiten'

Kan dodelijk zijn

Slide 23 - Slide

Let op wat je inneemt!

Slide 24 - Slide

Vragen?

Slide 25 - Slide

Aan het werk
Maken: 
Basis: Paragraaf 4 (1 t/m 6 + 8)
Kader: Paragraaf 4, opdracht 3, 6, 7, 8

Daarna afmaken:
paragraaf 1 t/m 3 (basis); paragraaf 1 t/m 4 (kader)

Slide 26 - Slide

Eindexamenvragen

Slide 27 - Slide

BB-21

Slide 28 - Slide

BB-21

Slide 29 - Slide

KB-22

Slide 30 - Slide

KB-22

Slide 31 - Slide

BB-18

Slide 32 - Slide

BB-18

Slide 33 - Slide

BB-24

Slide 34 - Slide

BB-24

Slide 35 - Slide