Kort verhaal 'Vrij'

Je schrijft een spannende scène voor een boek. Waar laat je dit gebeuren?
1 / 17
next
Slide 1: Open question
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Je schrijft een spannende scène voor een boek. Waar laat je dit gebeuren?

Slide 1 - Open question

Literatuur
We gaan een kort verhaal lezen en analyseren. 
'Vrij' van Marjan Lammers-Caluwé 
Doe gewoon mee. 
Je antwoorden zijn altijd inspirerend en nooit fout.

Slide 2 - Slide

'Vrij' van Marjan Lammers-Caluwé 
‘Ik dacht het niet’, mompelde Fleur en ze drukte snel op de pijltjes ‘deuren sluiten’. Hij pootte er trefzeker zijn kale legerkistje tussen. De deuren weken traag terug. Fleur had al gedrukt, lampje 10 brandde. Hij drukte op 18. De lift liep vol met een mengsel van zweetlucht, goedkope aftershave en zware shag. In de spiegel zag ze de ongeschoren slungel van te dichtbij, vette piekharen en één hand in de binnenzak van zijn jack. Een jack dat ooit wit was. Iemand streelde haar ruggengraat met een ijspegel. Ze knoopte haar bontjasje dicht en hield met beide handen haar tas op de rug.

Slide 3 - Slide

Beschrijf de persoon die bij Fleur in de lift stapt.

Slide 4 - Open question

Vindt Fleur het oké dat deze persoon met haar in de lift stapt?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

deel 2
‘Heeft u kennissen hier? Woont uw moeder hier misschien? Ik ken u niet’.
Hij stond pal tegenover haar en ademde zwaar.
‘Dat had je nou niet moeten doen, je had niet over mijn moeder moeten beginnen’.
Fleur zag een rode 3 boven de deuren, 3 pas…
‘Neem me niet kwalijk, te pijnlijk? Is ze overleden?’
‘Voor mij is ze dood, hartstikke dood, het takkenwijf!’
 Dit wil ik allemaal niet horen, dacht Fleur.
‘O, u heeft troubles in het gezin?’
Met één hand sloot ze haar kraagje over haar collier, met haar billen klemde ze haar tas vaster tegen de wand van de lift.
‘Gezin, gezin, het zit wat verspreid, ze hebben ons verdeeld over de koepels van Arnhem, Breda en Haarlem’.
 ‘Ach toch kerel wat náár nou’, blijven praten, ze moest blijven praten, ‘wat ongelukkig allemaal voor u, hoe komt dat zo?’

Slide 6 - Slide

Welk perspectief wordt er in het verhaal gebruikt?

Slide 7 - Open question

'blijven praten, ze moest blijven praten'
Waarom denkt Fleur dit?

Slide 8 - Open question

Waarom vindt het verhaal plaats in een lift? Wat is zijn symbolische functie?

Slide 9 - Open question

 Hij zette een hoge borst op en krabde in zijn haren, zijn rechterhand bleef in zijn binnenzak. Fleur bedacht dat ze op de alarmknop kon drukken. Zachtjes schoof ze in de richting van het knoppenpaneel. De heisa die dat alarm om half 1 ’s nachts zou geven weerhield haar ervan. Ze had de situatie redelijk in de hand, dacht ze. De rode 6 passeerde. KONE is altijd dichtbij, stond er boven de alarmknop. Schrale troost.
 ‘Nou, hoe komt dat zo, dat van die koepels, wilt u me dat vertellen?’
 ‘Vertellen, vertellen, je lijkt verdomme die fisiator in Arnhem wel. Kop dicht jij, nu. Ik ben d’r net vanaf, van al dat gevraag en gegraaf, het levert niks op, niets, niente, allemaal gelul.’
 ‘U bent erg teleurgesteld in het leven en zo jong nog, gelukkig héél jong nog; weet u meneer, ú heeft de toekomst, ik heb het verleden.’
De rode 9 kwam langs, Fleur deed een stapje naar voren. Haar ogen lieten de deuropening niet meer los. De lift remde af. Hij boog voorover, ze ontweek zijn blik. Hij legde zijn linker hand op haar schouder.
 ‘Zo oma, die beestjes voelen lekker zacht, doodgeschoten of vergast?’
De lift stopte. De deuren gingen open, de hal was leeg; Fleur verroerde zich niet.
‘Jij gaat niemand bellen oma, jij gaat heel braaf slaapje doen in je lekkere luxe mandje, maar éérst doen we de pareltjes af.’


Slide 10 - Slide

Beschrijf Fleur.
Denk aan sociaal milieu en leeftijd.

Slide 11 - Open question

Beschrijf de andere persoon. Denk aan sociaal mileu, leeftijd, opleiding.

Slide 12 - Open question

Hoe verwacht je dat het verhaal verder gaat?

Slide 13 - Open question

Fleur schoot onder zijn arm door de schemerige hal in. De deuren zoemden zachtjes dicht; de legerkistjes hielden pas op de plaats. Ze haastte zich de gang door; niemand te zien. In haar tas graaiend bleef ze achterom kijken, gefocust op de lift. Haar sleutelbos zat te diep, die moest verhuizen naar het voorvakje… Ze graaide dieper, hebbes! Haar vingers waren stijf. Eén nerveuze draai en haar deur vloog open. Binnen durfde ze pas voluit te ademen. Ze schonk een glas tot de rand vol port, nam een flinke slok en liep naar het raam. Als eerste moest ze morgen de conciërge een uitbrander geven, hij had gefaald; hoe kwam dat heerschap binnen, midden in de nacht? Ze opende het raam en zoog gulzig de frisse nachtlucht op. De sirene van een ziekenwagen kwam dichterbij. Een politieauto scheurde met gierende banden de parkeerplaats op. Wat een drukte ineens, daar beneden. Toen ze net thuiskwam was het uitgestorven. Fleur leunde nieuwsgierig uit het raam; in het licht van de koplampen stond een kringetje mensen, in het midden lag een licht gekleurd jack.

Slide 14 - Slide

Wat is er gebeurd?

Slide 15 - Open question

Wat is het verschil tussen de verteltijd en de vertelde tijd?

Slide 16 - Open question

Als je kijkt naar de twee personages en de afloop van het verhaal, wat zou dan de hoofdgedachte kunnen zijn?

Slide 17 - Open question