Dus:
De bijwoordelijke bepaling als zindeelstuk (= ondergeschikte bijwoordelijke bepaling) zegt iets van een ander woord dan een zelfstandig naamwoord.
Voorbeeld
Ik vond het boek erg spannend.
- erg = bijwoordelijke bepaling bij 'spannend' (geen zelfstandig naamwoord).
In een bijvoeglijke bepaling kan een bijwoordelijke bepaling staan.
Voorbeeld
Ik vond dat een erg vervelende opmerking.
- erg vervelende = bijvoeglijke bepaling bij 'opmerking'.
- erg = bijwoordelijke bepaling bij 'vervelende'.