230831 Welkom + spelling §2

Welkom H2a!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom H2a!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Kennismaken
  • Afspraken maken > hoe gaan we met elkaar om?
  • Planning deze periode bespreken
  • Spelling §2

Slide 2 - Slide

Kennismaken
Wat is het meest oninteressante feitje over jezelf?

of

Wat is juist een interessant feitje over jezelf?

Slide 3 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Kennismaken
  • Afspraken maken > hoe gaan we met elkaar om?
  • Planning deze periode bespreken
  • Spelling §2

Slide 4 - Slide

Hoe gaan we met elkaar om?
  • We luisteren naar elkaar;

  •  We komen voorbereid naar de les;

  • Vragen? Steek je vinger op.

Slide 5 - Slide

Wat neem ik mee?

  • Lesboek
  • Pen
  • Schrift
  • Leesboek
  • iPad
Heb je vragen?

Werkdagen: dinsdag, donderdag, vrijdag

Mail of Teams.

Nette berichten krijgen sneller antwoord!

Slide 6 - Slide

Hoe gaan we met elkaar om?
Ik mag samenwerken.
Ik werk alleen, maar als ik een dringende vraag heb dan mag ik deze aan de persoon naast mij stellen.
Ik werk alleen en in stilte.

Slide 7 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Kennismaken
  • Afspraken maken > hoe gaan we met elkaar om?
  • Planning deze periode bespreken
  • Spelling §2

Slide 8 - Slide

Planning eerste periode:
Spelling
§1 t/m 6


Leesvaardigheid
§1 t/m 3


Boek lezen
Lily
Toetsen eerste periode:
Spelling
Telt 1x mee
In week 40 (rond 2 oktober)

Leesvaardigheid
Telt 2x mee
In week 44 (Toetsweek 1)






Slide 9 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Kennismaken
  • Afspraken maken > hoe gaan we met elkaar om?
  • Planning deze periode bespreken
  • Spelling §2

Slide 10 - Slide

Spelling §2
Leestekens: komma, vraagteken, uitroepteken, punt

  1. Kan jij goed zingen
  2. Ik heb zin in de vakantie
  3. Wauw, wat mooi
  4. Nadat ik dit broodje gegeten heb ga ik naar huis



 
timer
1:00

Slide 11 - Slide

Spelling §2
Ik gebruik dus:
  1. een punt aan het eind van de zin;
  2. een vraagteken aan het eind van een vraag;
  3. een uitroepteken om een zin nadruk te geven;
  4. een komma tussen twee persoonvormen en voor een verbindingswoord (omdat, maar, daarom)

Slide 12 - Slide

Spelling §2
Leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

  1. Zij zei dat heb je goed gedaan
  2. Dit eet ik het liefst sushi en patat



 
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Spelling §2
Ik gebruik dus:
  1. een dubbele punt als ik citeer wat iemand gezegd heeft
  2. een dubbele punt voor een aankondiging
  3. een dubbele punt voor een reden/uitleg

  4. aanhalingstekens als ik citeer wat iemand gezegd heeft

Slide 14 - Slide

Opdracht:
Opdracht:
Schrijf in je schrift een verhaaltje van 5 zinnen over jezelf. Let op het gebruik van hoofdletters, punten en komma's. Je buurman/buurvrouw controleert het. 

Beoordeel jezelf:
Glimlach = ik kan dit al goed
Verdrietig = ik moet dit nog oefenen

Hoe: alleen, daarna in tweetallen
Nodig: schrift, pen
Klaar: maak van spelling §2 opdracht 1 t/m 3 (blz. 250)

Slide 15 - Slide

Oefenen spelling §2 (blz. 250)

Ik vind dit lastig:

Maak opdracht 1 t/m 4


Oefenen spelling §2 (blz. 250)

Ik kan dit al:

Maak opdracht 1 t/m 3

timer
10:00

Slide 16 - Slide

Volgende les:
  • Verder met spelling §2
  • Starten met lezen §1

Huiswerk:
Denk vast na over een leesboek! Vanaf volgende week beginnen we elke les met lezen. 

Slide 17 - Slide