H5 Thema 5 bs 5

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Blaas

Urineleider

Nier

Slagader

Ader

Hieronder zie je een doorsnede van een nier. 

Zet de namen van de onderdelen op de juiste plaats.

nierbekken

nierschors

niermerg

urineleider

nierslagader

nierader

Waar in de nier vindt ultrafiltratie plaats?

1. Glomerulus
2. Urineleider
3. Lis van Henle
4. Verzamelbuis

Bestudeer de tabel in de afbeelding.

Welke stof wordt NIET door ultrafiltratie uit het bloed verwijderd?

1. eiwitten
2. glucose
3. Na
4. ureum

Bestudeer de tabel in de afbeelding.

Welke stof wordt volledig terug geresorbeerd?

1. eiwitten
2. glucose
3. Na
4. ureum

Bestudeer de tabel in de afbeelding.

Welke stof wordt NIET terug geresorbeerd maar volledig uitgescheiden?

1. eiwitten
2. glucose
3. Na
4. ureum

Zet de processen van uitscheiding in de juiste volgorde

1

2

3

Ultrafiltratie

Terugresorptie

Excretie

Bloedplasma bevat eiwitten, urine normaal gesproken niet. Hoe komt dat?

1. Eiwitten worden actief teruggeresorbeerd uit voorurine
2. Eiwitten verlaten de voorurine passief door diffusie
3. Eiwitten worden door ADH teruggeresorbeerd
4. Eiwitten zijn te groot om via ultrafiltratie in de voorurine te komen

Welk orgaan maakt ADH?

1. hypothalamus
2. hypofyse
3. nier
4. bijnier

Studiewijzer

Studiewijzer

Studiewijzer