13.2 de nieren (2021 / les 2)

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom

Telefoon in telefoontas

Tas van tafel

Laptop pakken en opstarten

Binas pakken

Planning

Huiswerk vrijdag 24 november

Maak een samenvatting en/of begrippenlijst van het  eerste gedeelte 13.2 en deze LessonUp.

Huiswerk voor deze les:

Maak een samenvatting en/of begrippenlijst van het  eerste gedeelte 13.2 en deze LessonUp.

Deze les:

- Invullen enquête

- Uitleg 13.1 deel 1

- Zelfstandig werken

https://forms.gle/SyeULu9D6aiPyvDR9

Leerdoelen les 2

Je kunt de begrippen ultrafiltratie, terugresorptie en ureum uitleggen. 

Je kunt de relatie tussen bloeddruk en de werking van de nieren uitleggen. 

Je kunt uitleggen hoe het hormoon ADH de nieren aanstuurt en welke invloed dat heeft op het lichaam.

werking

De niereenheden (nefronen) werken via vier stappen

1. bloeddruk
   
2. ultrafiltratie
   
3. terugresorptie
   
4. excretie
   
   Ezelsbruggetje volgorde = BUTE
   

Waar in het nefron vindt de ultrafiltratie plaats?

Waar vindt de ultrafiltratie plaats in het nefron?

1. Kapsel van Bowman
2. Glomerulus
3. Lis van Henle
4. Eerste gekronkelde buisje

Welke factor(en) speelt/spelen een rol bij de ultrafiltratie?

1. Osmotische waarde
2. Bloeddruk
3. Osmotische waarde & bloeddruk

Waar lijkt voorurine qua samenstelling het meest op?

1. bloed
2. urine
3. bloedplasma

Welke componenten worden niet uit het bloed gehaald via ultrafiltratie? Waarom niet?

Welke stoffen worden terug geresorbeerd in de Lis van Henle?

Op welke manier haalt de nier glucose, aminozuren en ionen uit de het verzamelbuisje?

1. Diffusie
2. Osmose
3. Actief transport
4. Endocytose

Wat is de functie van de excretie?

(1) Wat voor soort transport is de excretie van zouten? (2) En wat heb je daar bij nodig?

Bekijk BiNaS tabel 85C. Welke twee letters geven de excretie aan?

Figuur 7 in je boek:
Op welke plek kun je urine aantreffen?

1. 4
2. 6
3. 8
4. 9

Hormonen en de nieren (tabel 89)

ADH - Stimuleert de terugresorptie van water in de nieren (en verhoogd zo de bloeddruk en verlaagd de osmotische waarde van bloed)

Oefenen ADH

Alcohol en cafeïne zijn stoffen die de productie van ADH remmen in de hypofyse. Leg uit wat dit voor gevolgen heeft voor de urineproductie

Mensen met een te lage bloeddruk kunnen last krijgen van hun nieren. Leg uit hoe dit kan.(T2)

aan de bak

1. lezen 13.2 en 13.3 (kort, kan zelfstandig)
   
2. Maak de basiskennisvragen en toetsvragen van 13.3
   
   

https://biologiepagina.nl/Toetsen/nierenbb/nieren.htm