210203_1H1_tegenstellingen

Tegenstellingen - 1H1   21 januari 2021
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Tegenstellingen - 1H1   21 januari 2021

Slide 1 - Slide

Afspraken voor de les

  • camera aan
  • microfoon uit
  • vraag? steek een hand op, microfoon aan als je de beurt krijgt
  • chat: alleen gebruiken voor vragen over de les
  • volg je de les op school? vragen en antwoorden in de chat 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Uitleg.
  • Check: is het duidelijk?
  • Samen: zin uit opdracht.
  • Voor jezelf: opdrachten maken
  • Samen: nakijken opdracht (afsluiten)

Slide 4 - Slide

Uitleg - Tegenstellingen /1
Een tegenstelling zoeken.
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. 

Voorbeeld:
Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje.

Slide 5 - Slide

Uitleg - Tegenstellingen /2
Zoek je een tegenstelling van een onbekend woord?
Let dan op signaalwoorden: maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, aan de andere kant.

Voorbeeld:
Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje.

Slide 6 - Slide

Hannah houdt wel van een aangenaam lentezonnetje, Lisanne daarentegen houdt meer van een ijskoude winterdag.
Wat is het signaalwoord?

Slide 7 - Open question

Welk signaalwoord ontbreekt?

....Bas zegt dat de toets makkelijk was, vond Niels 'm toch wel moeilijk.
A
Maar
B
Echter
C
Hoewel

Slide 8 - Quiz

Luuk vindt het wel handig als Classroom automatisch opstart, maar Seth logt liever zelf iedere keer in.
Wat is het signaalwoord?

Slide 9 - Open question

Welk signaalwoord ontbreekt?

Charlotte is heel sportief, Dirk ... zit in zijn vrije tijd het liefst te gamen.
A
daarentegen
B
maar
C
hoewel

Slide 10 - Quiz

Hoewel haar beste vriendin zegt dat boksen niet gevaarlijk is, lijkt het Marleen toch een riskante sport.

Wat betekent riskant? (let op het signaalwoord!)

Slide 11 - Open question

Welk signaalwoord ontbreekt?

Ik logeer het liefst in een luxe ruime vakantievilla, .... mijn vriendin gaat graag naar de camping.
A
daarentegen
B
anderzijds
C
maar

Slide 12 - Quiz

Zelf aan het werk
Eerst een voorbeeldzin:
Tim houdt van outdooractiviteiten, Jaco is echter liever binnen bezig.

Slide 13 - Slide

Wat ga je doen?

Maak de startopdracht.

Pagina 102.

Tijd:  5 minuten.






Vragen?
Zet ze in de chat.

Klaar?
Wacht tot we gaan nakijken.

Slide 14 - Slide

Startopdracht - samen nakijken
Hoi, ik ben een weekje met mijn ouders naar Ameland. Het is hier bloedheet, dus we liggen altijd op het strand. Er is ook een openluchtzwembad op de camping, maar dat is erg ondiep. O ja, het eten hier is erg lekker! We vermaken ons wel, dus misschien komen we een paar dagen later terug. Groetjes!

Slide 15 - Slide

Wat ga je doen?

Maak opdracht 1 en opdracht 2 voor jezelf.

Pagina 102 en 103.

Tijd:  10 minuten.






Vragen?
Zet ze in de chat.

Klaar?
Begin aan oefening 3.

Slide 16 - Slide

Opdracht 1 - samen nakijken
1 Mirna houdt van outdooractiviteiten, Jos is echter liever binnen bezig.
2 Hardlopen is een goedkope sport. Paardrijden daarentegen is vrij prijzig.
3 Op school gaat de tijd meestal traag, maar de vakantie gaat juist snel voorbij.
4 Hoewel Huug op school heel ijverig is, is hij op school heel lui.

Slide 17 - Slide

Opdracht 2 - samen nakijken
Tekst: Freerunning, iets voor jou?

1: acht signaalwoorden in de tekst
2 t/m 5: woord / tegenstelling / betekenis
6: wat betekent obstakel? 

Slide 18 - Slide

Waarom dit stripje..?

Slide 19 - Slide

Afsluiten
Wat hebben we vandaag geleerd?
Zoek je een tegenstelling om een onbekend woord te begrijpen, let dan op signaalwoorden.


Dank voor je aandacht en tot volgende week!


Slide 20 - Slide