Tegenstellingen - 1MH - 11-02-2021

1MH - 11-02-2021
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

1MH - 11-02-2021

Slide 1 - Slide

Afspraken voor de les

  • camera aan
  • microfoon uit
  • chat: gebruiken voor vragen over de les (of handje in Teams)

Slide 2 - Slide

Wie ben ik?
Truike Maertens

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Uitleg over tegenstellingen
  • Samen oefenen
  • Voor jezelf: opdrachten maken
  • Samen nakijken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Uitleg - Tegenstellingen /1
Een tegenstelling zoeken.
Je kunt de betekenis van een onbekend woord soms begrijpen doordat er in de tekst een tegenstelling van dat woord staat. 

Voorbeeld:
Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje.

Slide 6 - Slide

Uitleg - Tegenstellingen /2
Zoek je een tegenstelling van een onbekend woord?
Let dan op signaalwoorden: maar, anderzijds, daarentegen, echter, evenwel, hoewel, aan de andere kant.

Voorbeeld:
Toms ouders sliepen in een riante caravan, maar hij lag zelf in een klein tentje.

Slide 7 - Slide

Kay houdt wel van een aangenaam lentezonnetje, Hanna daarentegen houdt meer van een ijskoude winterdag.
Wat is het signaalwoord?

Slide 8 - Open question

Robin vindt het wel handig als Teams automatisch opstart, maar Jennifer logt liever zelf iedere keer in.
Wat is het signaalwoord?

Slide 9 - Open question

Hoewel haar beste vriendin zegt dat boksen niet gevaarlijk is, lijkt het Marleen toch een riskante sport.

Wat betekent riskant? (let op het signaalwoord!)

Slide 10 - Open question

Startopdracht - samen 


Hoi, ik ben een weekje met mijn ouders naar Ameland. Het is hier bloedheet, dus we liggen altijd op het strand. Er is ook een openluchtzwembad op de camping, maar dat is erg ondiep. O ja, het eten hier is erg lekker! We vermaken ons wel, dus misschien komen we een paar dagen later terug. Groetjes!

Slide 11 - Slide

Zelf aan het werk: zoek de 2 tegenstellingen in de zin

Een voorbeeldzin:
Tim houdt van outdooractiviteiten, Jaco is echter liever binnen bezig.

Slide 12 - Slide

Wat ga je doen?

Maak opdracht 1.



Tijd:  






Vragen?
Zet ze in de chat.

Klaar?
Begin aan opdracht 2.
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Opdracht 1 - samen nakijken
1 Mirna houdt van outdooractiviteiten, Jos is echter liever binnen bezig.
2 Hardlopen is een goedkope sport. Paardrijden daarentegen is vrij prijzig.
3 Op school gaat de tijd meestal traag, maar de vakantie gaat juist snel voorbij.
4 Hoewel Huug op school heel ijverig is, is hij op school heel lui.

Slide 14 - Slide

Afsluiten
Wat hebben we vandaag geleerd?
Zoek je een tegenstelling om een onbekend woord te begrijpen, let dan op signaalwoorden.

HUISWERK: volg je eigen leerroute, onderdeel: Woordenschat: Tegenstellingen zoeken.
Dank voor je aandacht en tot volgende week!


Slide 15 - Slide