le 20 novembre 2018V3

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Mardi 13 novembre

Il y a des absents?/Qui n'est pas là?

Repêchage du test d'entrée:

 quelques améliorations mais aussi du travail à faire

LE TRAVAIL DE LA SEMAINE

- Faire et corriger: ex. 26-32                                                                         

- Apprendre: verbes G, voca H, grammaire I

- Réviser: voca E, voca F?

- S'entraîner: en ligne (slim stampen, quizlet)

AUJOURD'HUI

Vendredi 23 novembre:

Interro vocabulaire chapitre 2

Vendredi 30 november"

Test du chapitre 3

Utilisez les phrases clés J!

Vendredi 16 novembre

- Leerwerk:  DEF herhaald, verbes G, voca H ?

- Questions: 26-29?

- Corriger ensemble:  26

- Expliquer: grammaire I

- Devoirs pour mardi: 

• apprendre verbes G + voca H + grammaire I
  
• faire t/m 32
  

 

Notez!

Vendredi 23 novembre:

Interro vocabulaire chapitre 2

Vendredi 30 november"

Test du chapitre 3

Utilisez les phrases clés J!

Meewerkend voorwerp!

me                    Meewerkend voorwerp:

te                      - voor de pv

lui                     - behalve als er een heel werkwoord in zin is

nous               bv Je lui donne un cadeau.

vous                      Je vais lui donner un cadeau.

leur

Verbes G!

Werkwoord venir (devenir, revenir)

komen = venir

terugkomen = revenir (zelfde vervoeging met re ervoor)

worden = devenir (zelfde vervoeging met de ervoor)

Weet je nog hoe je alle tijden moet vertalen?

(Tegenwoordige tijd, Voltooide tijd, Verleden tijd, Toekomende tijd)

Verbes G!

Wij komen = 

Zij is teruggekomen =

Ik word =

Jullie kwamen=

Zij zal terugkomen=

Jij werd =

Verbes G!

Wij komen = Nous venons

Zij is teruggekomen = Elle est revenue

Ik word = Je deviens

Jullie kwamen = Vous veniez

Zij zal terugkomen = Elle reviendra

Jij werd = Tu devenais

LA FIN

MERCI POUR VOTRE ATTENTION!

Qu'est-ce que tu as appris?