Feiten, meningen en argumenten

Welkom! TV2D
Vandaag herhalen we de theorie bij Lezen.
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom! TV2D
Vandaag herhalen we de theorie bij Lezen.

Slide 1 - Slide

Noteer in je schrift
1. Je laatste proefwerkcijfer.
2. Leukste vak op school.
3. Aantal gezinsleden.
4. Beste serie/game/boek.
5. 18x3=
6. Hoe laat je vandaag vrij bent.
7. Wat betekent een dag zonder je mobiel voor jou?
  1. Feit
  2. Mening
  3. Feit
  4. Mening
  5. Feit
  6. Feit
  7. Mening

Slide 2 - Slide

Wat leer je deze les?
Je leert feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen.

Slide 3 - Slide

                         Leesvaardigheid h. 4, 5, 6

Nieuwe doelen                            Dit kun je al
  1. Feiten, meningen en argumenten in tekst herkennen.
  2. Tekstverbanden herkennen: middel-doel, oorzaak-gevolg, vergelijking en reden.
  3. Signaalwoorden herkennen.
  1. Onderwerp van de tekst herkennen en benoemen.
  2. Hoofdgedachte herkennen en benoemen.
  3. Leesstrategieën toepassen.
  4. Tussentitels bedenken.
  5. Kernzin in een alinea herkennen.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Doen
Wat? Markeer in de tekst de feiten en meningen die je tegenkomt. 
Wat daarna? Probeer ook de argumenten eruit te halen.

Ga verder met opdrachten uit je boek, over taal woordenschat.

Slide 7 - Slide

Een feit kun je controleren.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

Controleerbaar feit?
Ik heb gehoord dat we morgen na het vijfde uur vrij zijn.
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quiz

Feit of mening?
Hij praat heel snel.
A
mening
B
feit

Slide 10 - Quiz

Feit of mening?
Uit onderzoek blijkt dat sporten gezond is.
A
feit
B
mening

Slide 11 - Quiz

Aan de signaalwoorden
'ik vind, volgens mij, lijkt mij'
herken je
A
een argument
B
een feit
C
een mening

Slide 12 - Quiz

Ik vind het nieuwe boek van Mirjam Mous heel spannend.
A
mening
B
feit

Slide 13 - Quiz

Omdat ik aan het eind van ieder hoofdstuk wilde weten hoe het afliep.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 14 - Quiz

Een mening herken je aan signaalwoorden: want, omdat, namelijk, immers.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz