Taal: oefenen toetsdoelen

• Taal
• Basisschool
• Groep 6

Taal: oefenen met de doelen die 

        morgen in de toets voorkomen 

Doel 21: enkelvoud en meervoud

Doel 46: de komma op de juiste plaats  Doel 52: sterke en zwakke werkwoorden

Doel 59: zinnen in zinsdelen verdelen

één schoen           twee schoenen

ik liep          ik verfde

Enkelvoud                  en                      meervoud                           Weet je het nog? 

  

één schoen

twee schoenen

één lepel

twee lepels

één kind

twee kinderen

één kiwi

twee kiwi's

één pinda, twee ...

Een komma, weet je het nog?

In welke zin staat de komma op de juiste plaats?

1. Ik oefen goed, voor mijn toets want dat is slim.
2. Ik oefen goed voor mijn toets, want dat is slim.
3. Ik oefen, goed voor mijn toets want dat is slim.
4. Ik oefen goed voor mijn toets want, dat is slim.

Let op: Zwakke werkwoorden worden in het vervolg ook wel regelmatige 

              werkwoorden genoemd.

 

              Sterke werkwoorden worden ook wel onregelmatige werkwoorden 

              genoemd.

Uitleg zwakke/regelmatige werkwoorden

Uitleg sterke/onregelmatige werkwoorden

Weet je het nog?

Hij ... goed klimmen (gebruik een vorm van het werkwoord 'kunnen')

Weet je het nog?

Zinsdelen zijn stukjes van de zin die bij elkaar horen.

Zinsdelen

=zinsdeel 1

=zinsdeel 2

zinsdeel 3->

zinsdeel 4->

Sommige kinderen vinden het fijner om het volgende stappenplan te volgen:

1. Wat is de persoonsvorm? = zinsdeel 1

2. Stel de vraag; Wie/wat + pv? 

    = zinsdeel 2

3. Stel voor elk volgend zinsdeel een      

    W- vraag;

    Waar-wanneer-wat (+ de zinsdelen

    die je al weet)?

Mo        gaat        met zijn vriend       naar de kermis

In welke zin zijn de zinsdelen goed verdeeld?

1. Ik/ga/met mijn neefje/naar buiten
2. Ik/ga/met/met mijn neefje/naar buiten
3. Ik/ga/met mijn neefje/naar/buiten
4. Ik ga/met mijn neefje/naar buiten

Oefen met de woordenschat woorden.

Klik hier of klik hier

Aan de slag!

Wat moet je doen?

- Je maakt van elk doel 10 opgaven;

-Daarna werk je verder in je werkpakket

Je bent in totaal 30 min. met taal op Snappet bezig

Klik hier om afgeschoten te worden naar Snappet!

Doel 21: enkelvoud en meervoud

Doel 46: de komma op de juiste plaats 

Doel 52: sterke en zwakke werkwoorden

Doel 59: zinnen in zinsdelen verdelen