1.4 Leven van de landbouw-2024

Jagers en boeren
1.4A Leven van de landbouw
1 / 25
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Jagers en boeren
1.4A Leven van de landbouw

Slide 1 - Slide

Planning
1. Leerdoelen bespreken
2. Controle huiswerk
3. Controle opdracht 
4. Uitleg of opdrachten maken?
5. Afsluiten les 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen


In deze paragraaf leer je:

- hoe de landbouw ontstond.

- welke kenmerken de landbouwsamenleving had.





Huiswerkcheck


- Niet af? 

- Controle 

- Bespreken



Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe heet dit gebied?
A
De vruchtbare boomerang
B
De vruchtbare halve maan
C
De vruchtbare tak
D
De vruchtbare banaan

Slide 5 - Quiz

dorpen
graan
bevolking
Nijl
Vruchtbare
10.000

Slide 6 - Drag question

Plaats de gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde (tijdsvolgorde)
Plant de zaden van graan.
Maak kleine velden voor het graan om te verbouwen.
Verzamel graanzaden in het wild.
Nu kan je je eigen graanvelden verbouwen. 
Houd wat graan zaden over voor volgend jaar. 

Slide 7 - Drag question

groepen uiteen
Groep 1: Extra uitleg
Groep 2: Zelfstandig aan de slag

opdrachten die gemaakt moeten worden: 2,4,6,7,8

Slide 8 - Slide

Wat is landbouw?
Landbouw ontstaat als mensen niet meer leven van wat de natuur toevallig opbrengt, maar daar zelf invloed op gaan uitoefenen door het aanplanten van bepaalde gewassen (akkerbouw) en het in gevangenschap houden van bepaalde dieren (veeteelt)

Slide 9 - Slide

Deze afbeelding geeft een voorbeeld van een boerendorp. De grote relatief stevige boerderijen wijzen op permanente bewoning. Verder zijn akkers te zien die in het oerwoud zijn aangelegd door bomen te verbranden. Er is ook vee waar te nemen.

Slide 10 - Slide

De landbouw (agrarische) revolutie
  • Revolutie: een ingrijpende verandering

De jagers-verzamellaarssamenleving veranderde langzaam in een landbouwsamenleving met een bloeiende economie.


door landbouw werden mensen zelfvoorzienend. 

Slide 11 - Slide

Gevolgen I
1. Mensen gingen op vaste plaatsen wonen -> verzorging van gewassen en vee.

2. Een bevolkingsgroei -> ontstaan van dorpen.

Slide 12 - Slide

Gevolgen II
3. Nieuwe uitvindingen (trekhaak / ploeg / wiel / aardewerk / maalstenen)

4. Komst tot nieuwe technieken (weven / potten bakken / polijsten van steen)

Slide 13 - Slide

Schrijf 2 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 14 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
(anoniem)

Slide 15 - Open question

Huiswerk volgende les (18/9)
- Je hebt de paragraaf goed gelezen!
- Opdrachten werkboek: 1, 3, 4
- Verdieping pagina 34 opdracht 5 

Slide 16 - Slide

Jagers en boeren
1.4B Leven van de landbouw

Slide 17 - Slide

Leerdoel


Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen:

- hoe de landbouw werd verspreid en in Nederland kwam

- hoe mensen op andere plaatsen met landbouw begonnen


10 minuten zelfstandig, in stilte, werken.


- lezen § 1.4 leven van de landbouw

- maak: 5, 6, 9 en 12

- Antwoord op de leervragen


timer
10:00

Slide 18 - Slide

B Landbouw in Nederland
  • Rond 5000 v. C. eerste boeren in Nederland
  • Rond 3000 v.C. heel Nederland is een landbouwsamenleving






Slide 19 - Slide

Video
Hunnebedden - 15min.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Slide 22 - Slide

Landbouw in Nederland
  • Graven worden steeds uitgebreider: grafheuvels en hunebedden

  • Doden kregen bezittingen mee: vermoedelijk geloven in een  hiernamaals
  • De hunebedden waren indrukwekkende monumenten om hun voorouders te eren.

Slide 23 - Slide

Hoe kun je aan de afbeelding zien dat de hunebedden ná landbouwrevolutie zijn gemaakt?
A
De grote stenen kwamen hier pas tijdens de landbouwrevolutie.
B
Er woonden hier te weinig mensen om samen de hunebedden te maken.
C
Er wordt gebruik gemaakt van dieren.
D
Voor de landbouwrevolutie werden er geen mensen begraven

Slide 24 - Quiz

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen
(anoniem)

Slide 25 - Open question