6 Gramm H4 Les 2 en spelling les 1

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Ga alvast naar blz. 56 in je boek Woorden 4.5

Opdracht:
Kijk de huiswerkopdrachten na met 
                                            het nakijkboek.

Snap je iets niet? 
                                       - Zoek de lesstof op                             Klaar?
                                       - Vraag je klasgenoot                       Bedenk een zin met een 
                                                              of docent.                       voorzetsel en een bijv. nw.




Het huiswerk was
Opdracht 1 en 3-6 
(blz. 67-69)
timer
8:00

Slide 2 - Slide

Woord van de week
In de oorspronkelijke staat



Slide 3 - Slide

Woord van de week
In de oorspronkelijke staat

Betekenis:
Zoals iets in het begin was



Slide 4 - Slide

Grammatica 4.7 blz. 67 Ga in de lesson-up
Woordsoorten

Slide 5 - Slide

Dit hoofdstuk oefenen we met twee nieuwe woordsoorten:
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • Voorzetsel

Slide 6 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord (bn) zegt iets over een zelfstandig naamwoord. Het geeft extra informatie over dat zelfstandig naamwoord.

Het kan voor en na een zelfstandig naamwoord staan.

Het mooie doelpunt

Het doelpunt is mooi

Slide 7 - Slide

Voorzetsel
Vakantie-woorden
Kast-woorden

Slide 8 - Slide

Voorzetsel
Een voorzetsel (vz) staat nooit alleen: het hoort bij één of meer andere woorden:

Wat zijn in deze regel de voorzetsels?
Ik ga naar huis. Thuis zit ik op mijn kamer en lees ik in mijn boek.

Slide 9 - Slide

lidwoorden
Werkwoorden
Zelfstandig naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden
Voorzetsels
tussen
Sliedrecht
naast
in
kleurstof
met
samenwerking
kastanje
de
is
het
Nike
schrijven
paars
stomende
ziek
opmeten

Slide 10 - Drag question

Oefenen grammatica 4.7
Opdracht 8, 9, 10, 11, 12 en 14

Klaar? Lees de lesstof op blz. 75.
Maak in je lesboek opdracht 3 t/m 6 blz. 75, 76.

                                                                               PAUZE
timer
10:00

Slide 11 - Slide

Spelling 4.8 werkwoorden in de verleden tijd
Zwakke werkwoorden veranderen in de v.t. niet van klank.
Zij krijgen na de ik-vorm de uitgang -te of -de in het e.v.
                                                                            -ten of -den in het m.v.

Ik maak, ik maakte, wij maakten   (+ -te(n))
Ik ren, ik rende, wij renden              (+ -de(n))

Slide 12 - Slide

Spelling 4.8 werkwoorden in de verleden tijd
Soms weet je niet zeker welke uitgang juist is.
Ezelsbruggetje:


Slide 13 - Slide

Spelling 4.8 werkwoorden in de verleden tijd
Let op: je gebruikt bij 't KofSCHiP X, de laatste letter van de stam, niet van de ik-vorm
verhuizen > verhuiz (stam) > ik verhuis

Let op: het gaat om de medeklinkers, dus niet de o en i.


Slide 14 - Slide

Spelling 4.8 werkwoorden in de verleden tijd
Dus:
Zwakke werkwoorden krijgen in de verleden tijd de uitgang -de(n),
tenzij de laatste letter van de stam een medeklinker is uit 'T KoFSCHiP X
dan is de uitgang -te(n).

Slide 15 - Slide

Oefenen spelling 4.8
Maak in je lesboek opdracht 3 t/m 6 blz. 75, 76.

Opdrachten van het vorige lesuur?
- opdracht 8, 9, 10, 11, 12 en 14 (blz. 70-72) (grammatica)

Klaar? Laat even zien aan je docent en kijk daarna na met een nakijkboekje.


Slide 16 - Slide

Volgende lessen
Donderdag: presentaties

Vrijdag: film kijken en traktatie

Slide 17 - Slide