Labelen

Donderdag 1 december
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3,4

This lesson contains 10 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Donderdag 1 december

Slide 1 - Slide

Doelen
- Weet ik wat labelen is
- Kan ik mijn eigen argumenten labelen. 

Slide 2 - Slide

AUB

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Oefenen met labelen 
 ‘Dierentuinen moeten verboden worden’

(A) Een dierentuin is heel erg zielig voor de dieren.

(U) Dieren in dierentuinen hebben weinig ruimte, want ze zijn opgesloten. De dieren kunnen niet doen wat ze in de vrije natuur zouden willen doen. Daardoor worden ze ongelukkig. Dat is erg,
omdat mensen nu blij worden van ongelukkige dieren. 

(B) Een voorbeeld van gedrag dat ongelukkige dieren laten zien, is het eindeloos heen-en-weer lopen in hun hok of proberen te ontsnappen. Dat doen ze omdat ze ongelukkig zijn.

Een label voor dit argument kan zijn: ‘zielig voor dieren’. 

Slide 5 - Slide

Filmpje met opdracht 
Beantwoord deze twee vragen bij het filmpje:

1. Welk label wordt gebruikt

2. Hoe vaak wordt het label genoemd. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Filmpje met opdracht 
Welke drie labels worden in het volgende filmpje gebruikt? 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Opdracht:

Schrijf een argument voor en een argument tegen op in je schrift bij de stelling:
Eén dag per week moet er online les gegeven worden.

Schrijf je argumenten volgens het AUB-model op.
A= argument (welke reden heb je)
U= uitleg (want,....... Dit is goed/ slecht, omdat......
B= Zo/ Stel je voor ....

Geef aan beide argumenten een label (korte samenvatting van je argument in twee/ drie woorden).
















Slide 10 - Slide