grammatica les 1 (1-6-7-8) ontleden rvl

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

PTA grammatica les 1 

Lesdoelen

Na deze les: 

- Heb je pv, wwg, ond, lv, mv en bwb nog eens herhaald. 

Zin in zinsdelen verdelen

1. Werkwoordelijk gezegde

2. Onderwerp

3. Lijdend voorwerp

4. Meewerkend voorwerp

5. Bijwoordelijke bepaling

herhaling WWG

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit alle werkwoorden in een zin. Een persoonsvorm behoort dus ook altijd tot het werkwoordelijk gezegde.

wwg = wat gebeurt er? 

(werkwoorden zijn doe-woorden)

herhaling OND

1. zoek het wwg

2. vraag: wie/wat + wwg

onderwerp = wie/wat doet het? 

herhaling lv

1. zoek het wwg

2. vraag: wie/wat + wwg

3. vraag: wie/wat + wwg + ond

tip: een lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel!

herhaling mv

1. zoek het wwg

2. vraag: wie/wat + wwg

3. vraag: wie/wat + wwg + ond

4. vraag: aan/voor wie? 

tip: staat nooit in een zin als er geen LV in staat! 

mv geeft aan aan wie/voor wie iets bestemd is. 

herhaling bwb

- alles wat overblijft nadat je tm lv hebt ontleed. 

- geeft altijd een plaats, tijd of reden aan. 

(waar, wanneer, hoe, waarom, waarom, hoe laat, hoe lang etc) 

Wat is het lijdend voorwerp?

gekeken.

Het lijdend voorwerp

We 

hebben

vanavond

een serie 

Ik zie hem

hem = ?

1. Onderwerp
2. Meewerkend Voorwerp
3. Lijdend voorwerp

Is dit een meewerkend voorwerp?

'Heb jij een voldoende van de docent gekregen?'

1. Wel een meewerkend voorwerp
2. Geen meewerkend voorwerp
3. er staat geen meewerkend voorwerp in

Jan gaf de toets aan de leraar.

Wat is 'de toets'?

1. meewerkend voorwerp
2. lijdend voorwerp
3. onderwerp
4. meewerkend voorwerp

Huiswerk

Maak opdracht 1- 6 -7-8 

blz 185 - 188