Stoffen: atomen en moleculen

Moleculen
Stoffen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Moleculen
Stoffen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoelen: 
Aan het einde van les weet ik wat stofeigenschappen zijn en hoe ik die kan waarnemen of meten
Aan het einde van de les kan ik het verschil tussen zuivere stoffen en mengsels uitleggen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we vandaag doen?
Planning: 
Terugblik op vorige les

Verschillende proefjes: uitleg in technieklokaal
Volg hiervoor het boekje

Les in het normale lokaal



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Een atoom is opgebouwd uit moleculen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Het periodiek systeem

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voorbeelden van moleculen:

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zuiveren stoffen en mengsels
 Een zuivere stof bestaat uit 1 soort molecuul.

Als iets uit meerdere moleculen bestaat heet het een mengsel.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

zuivere stoffen
mengsels

Slide 8 - Drag question

A tandpasta
B ketchup
C goud
D lucht
E zeewater
F zout
G zeep

Een mengsel bestaat uit:
A
één molecuul
B
meerdere moleculen
C
één soort moleculen
D
meerdere soorten moleculen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel soorten moleculen zijn hier getekend?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Stofeigenschappen
Stofeigenschappen horen bij een stof. 
Je kunt ze niet veranderen.
Elke stof heeft specifieke eigenschappen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

stofeigenschappen

  • fase
  • smaak
  • geur
  • kleur
  • oplosbaarheid in water
  • kookpunt
  • smeltpunt / stolpunt
  • brandbaarheid

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is niet een fase?
A
Vast
B
Vloeibaar
C
Dauw
D
Gas

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De kleur:
De kleur van een stof geven we aan met de kleuren van de regenboog rood, oranje, geel, groen, blauw, indigo, violet, enz.
.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Oplosbaarheid in water:
Als een stof oplosbaar is, zie je de stof "verdwijnen" in die vloeistof. Bekijk onderstaande voorbeelden:




            krijt in water   suiker in water   olie in water

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Het kookpunt:
Het kookpunt van een stof is de temperatuur waarbij een vloeistof het snelst verdampt.
Boven het kookpunt is de stof gasvormig.

Water heeft een kookpunt van 100°C.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Het smeltpunt:
Het smeltpunt van een stof is de temperatuur waarbij een vaste stof het snelst smelt.
Boven het smeltpunt is de stof vloeibaar.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Brandbaarheid:
De brandbaarheid geeft aan of een stof brandbaar is of niet.
Water is niet brandbaar.


Hout is wel brandbaar.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Welke stofeigenschap wordt gebruikt in deze toepassing?
Janice gebruikt parfum.
A
oplosbaarheid
B
kleur
C
geur
D
smaak

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke stofeigenschap wordt gebruikt in deze toepassing?
In de open haard ligt hout.
A
brandbaarheid
B
geur
C
oplosbaarheid
D
kleur

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke stofeigenschap wordt gebruikt in deze toepassing?
Achmed doet zout in de soep.
A
brandbaarheid
B
dichtheid
C
oplosbaarheid
D
smaak

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Foute "stofeigenschappen":
Welke eigenschappen kan een stof hebben en kun je toch veranderen? 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions