KTHA1: korte verhalen tips en trucs

Korte verhalen
tips en trucs
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Korte verhalen
tips en trucs

Slide 1 - Slide

Doelen
je hebt het korte verhaal "voor vrienden door het vuur" gelezen

je hebt het korte verhaal "escaperoom" gelezen

je kunt de begrippen "personages/thema/ruimte/tijd" toepassen op het verhaal

Slide 2 - Slide

Ik heb het korte verhaal "voor vrienden door het vuur" gelezen
ja
bijna
nee

Slide 3 - Poll

Ik heb het korte verhaal "escaperoom" gelezen
ja
bijna
nee

Slide 4 - Poll

Wat moet je kunnen/kennen voor de toets?

Slide 5 - Slide

Titel

Slide 6 - Slide

titel
- je weet de titels van de verhalen uit je hoofd
- je weet wat de titel betekent, dat wil zeggen: je kunt de titel uitleggen

Vraag op de toets: leg de titel van "voor vrienden door het vuur uit" of leg de titel van "escaperoom" uit. Geef in je antwoord zoveel mogelijk informatie over het verhaal (denk aan de titel!) zodat de docent weet dat je het gelezen en begrepen hebt. 

Slide 7 - Slide

personages

Slide 8 - Slide

Personages
- je weet welke personages er in het verhaal voorkomen
- je kunt iets over deze personages vertellen (hoe zien ze eruit? wat doen ze? hoe zijn ze als persoon?)
- je weet wat een hoofdpersoon en een bijpersoon is

Voorbeeldvraag op de toets: Is "Daan" uit escaperoom een hoofdpersoon of een bijpersoon? Leg je antwoord uit met voorbeelden uit het verhaal

Slide 9 - Slide

thema

Slide 10 - Slide

thema
- = in 1 woord aangeven waar het verhaal over gaat
- veelvoorkomende thema's: liefde, vriendschap, oorlog, gezondheid, pesten, cultuur, ouderdom, financiën, familie
- let op! je moet het thema kunnen uitleggen aan de hand van het verhaal

Voorbeeldvraag op de toets: Noem een thema van het verhaal. Leg je antwoord uit. 

Slide 11 - Slide

ruimte

Slide 12 - Slide

Ruimte
- waar speelt het verhaal zich af?
- zijn er verschillende ruimtes?
- geven die ruimtes een bepaalde sfeer? (eng, vrolijk, grimmig etc.)

Voorbeeldvraag op de toets: noem een ruimte uit het verhaal. Welke sfeer geeft deze ruimte? Leg je antwoord uit aan de hand van het verhaal

Slide 13 - Slide

tijd

Slide 14 - Slide

Tijd
- hoe lang duurt het verhaal? (een paar uur, een dag, een week, een paar maanden?)
- zit er een tijdsprong in het verhaal? 
- slaat de schrijver stukken van tijd over? Waarom zou de schrijver dat doen?
- zitten er flashbacks in het verhaal?

Slide 15 - Slide

einde

Slide 16 - Slide

einde
- hoe eindigt het verhaal?
- open of een gesloten einde?
- is er iets bijzonders aan het einde van het verhaal?

Slide 17 - Slide