This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Weerstanden
Slide 1 - Slide
Wat doet een geleider?
A
Geeft stroom gemakkelijk door.
B
Houdt stroom tegen.
Slide 2 - Quiz
Wat doet een isolator?
A
Geeft stroom gemakkelijk door
B
Houdt stroom tegen
Slide 3 - Quiz
In welke eenheid meet je stroomsterkte?
A
V
B
W
C
A
D
P
Slide 4 - Quiz
In welke eenheid meet je spanning?
A
V
B
W
C
A
D
P
Slide 5 - Quiz
Wat is waar?
A
Bij een serieschakeling is de stroomsterkte overal even groot.
B
Bij een parallelschakeling is de stroomsterkte overal even groot.
Slide 6 - Quiz
Zo dat was de voorkennis.
We hopen dat je ze allemaal goed hebt beantwoord. Als dat niet zo was, geen probleem, in dit hoofdstuk ga je ze weer gebruiken, dus dan leer je ze wel.
Even zodat je weer even weet wat alles betekent, een filmpje:
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Slide 9 - Video
Weerstanden
Zo nu gaan we echt aan iets nieuws beginnen: weerstand.
Maar wat is weerstand eigenlijk?
Slide 10 - Slide
Wat is volgens het woordenboek de betekenis van het woord "weerstand"?
A
Gedrag van het weer
B
Tegenstand, verzet
C
Een goede geleiding van stroom
D
Spanning in Volt
Slide 11 - Quiz
Weerstand
De SI eenheid voor elektrische weerstand is Ohm.
Het symbool hiervoor is: Ω
We zeggen dus bijvoorbeeld:
Een weerstandje kan een weerstand hebben van 20 ohm.
Slide 12 - Slide
Weerstand in de natuurkunde
Met een weerstandje in de natuurkunde bedoelen we een onderdeeltje wat een klein beetje (of heel veel) isoleert.
Het houdt de stroom dus een klein beetje (of heel veel) tegen.
Op het plaatje hierna zie je een koolstof weerstandje.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Symbool weerstand
Hoe teken je een weerstand in een schakelschema?
Je gebruikt het symbool in het plaatje hiernaast.
Slide 15 - Slide
Waarde van een weerstand
De waarde van een weerstandje kun je bepalen aan de hand van de gekleurde ringen.
Op het plaatje hiernaast zie je wat de kleurcode van een weerstand betekent.
Slide 16 - Slide
Ring 4 en evt 5
De 4e (en soms 5e ring) zijn zilver of goud. Dit betekent dat ze een afwijking hebben. Bij zilver is de afwijking 10% en de gouden 5%.
Slide 17 - Slide
Hoe werken die kleurcodes dan?
In de hieropvolgende plaatjes zie je hoe je stap voor stap de weerstand kunt bepalen door naar de ringen te kijken.
De eerste afbeelding laat het voorbeeld zien, de 2e, 3e en 4e laten de waarde van de ring zien.
Slide 18 - Slide
Hier zie je kleuren van de ringen
Slide 19 - Slide
De groene ring geeft een 5 aan
Slide 20 - Slide
De blauwe ring geeft een 6 aan
Slide 21 - Slide
De rode ring geeft 2 nullen aan
Slide 22 - Slide
Bijna klaar
De laatste ring is goud. Dit geeft dus aan dat er een afwijking kan zijn van 5%.
Slide 23 - Slide
Nu zelf doen!
Je krijgt 3 weerstandjes per groepje.
Bepaal met elkaar de weerstand van het weerstandje in Ohm.
Hiervoor mag je gebruik maken van de volgende afbeelding.
Noteer voor jezelf de weerstand en de afwijking van weerstandje
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Klaar?
Maak par 1 H6 af
Slide 26 - Slide
Even samengevat
Een weerstand houdt de stroom gedeeltelijk tegen. Hierdoor kun je de hoeveelheid stroom bepalen.
De weerstand wordt gemeten in Ohm (Ω).
Bij een koolstofweerstandje kun je de weerstand bepalen aan de hand van de kleurringen.