Weerstanden

Weerstanden
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Weerstanden

Slide 1 - Slide

Wat doet een geleider?
A
Geeft stroom gemakkelijk door.
B
Houdt stroom tegen.

Slide 2 - Quiz

Wat doet een isolator?
A
Geeft stroom gemakkelijk door
B
Houdt stroom tegen

Slide 3 - Quiz

In welke eenheid meet je stroomsterkte?
A
V
B
W
C
A
D
P

Slide 4 - Quiz

In welke eenheid meet je spanning?
A
V
B
W
C
A
D
P

Slide 5 - Quiz

Wat is waar?
A
Bij een serieschakeling is de stroomsterkte overal even groot.
B
Bij een parallelschakeling is de stroomsterkte overal even groot.

Slide 6 - Quiz

Zo dat was de voorkennis. 
We hopen dat je ze allemaal goed hebt beantwoord. Als dat niet zo was, geen probleem, in dit hoofdstuk ga je ze weer gebruiken, dus dan leer je ze wel. 

Even zodat je weer even weet wat alles betekent, een filmpje:

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Weerstanden
Zo nu gaan we echt beginnen: weerstand. 

Maar wat is weerstand eigenlijk?

Slide 9 - Slide

Wat is volgens het woordenboek de betekenis van het woord "weerstand"?
A
Gedrag van het weer
B
Tegenstand, verzet
C
Een goede geleiding van stroom
D
Spanning in Volt

Slide 10 - Quiz

Weerstand
De SI eenheid voor elektrische weerstand is Ohm. 

Het symbool hiervoor is: Ω

We zeggen dus bijvoorbeeld: 
Een weerstandje kan een weerstand hebben van 20 ohm. 

Slide 11 - Slide

Weerstand in de natuurkunde
Met een weerstandje in de natuurkunde bedoelen we een onderdeeltje wat een klein beetje (of heel veel) isoleert. 

Het houdt de stroom dus een klein beetje (of heel veel) tegen. 

Op het plaatje hierna zie je een koolstof weerstandje.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Symbool weerstand
Hoe teken je een weerstand in een schakelschema? 

Je gebruikt het symbool in het plaatje hiernaast. 

Slide 14 - Slide

Waarde van een weerstand
De waarde van een weerstandje kun je bepalen aan de hand van de gekleurde ringen. 

Op het plaatje hiernaast zie je wat de kleurcode van een weerstand betekent. 

Slide 15 - Slide

Ring 4 en evt 5
De 4e (en soms 5e ring) zijn zilver of goud. Dit betekent dat ze een afwijking hebben. Bij zilver is de afwijking 10% en de gouden 5%. 

Slide 16 - Slide

Hoe werken die kleurcodes dan?
In de hieropvolgende plaatjes zie je hoe je stap voor stap de weerstand kunt bepalen door naar de ringen te kijken. 
De eerste afbeelding laat het voorbeeld zien, de 2e, 3e en 4e laten de waarde van de ring zien. 

Slide 17 - Slide

Hier zie je kleuren van de ringen

Slide 18 - Slide

De groene ring geeft een 5 aan

Slide 19 - Slide

De blauwe ring geeft een 6 aan

Slide 20 - Slide

De rode ring geeft 2 nullen aan

Slide 21 - Slide

Bijna klaar
De laatste ring is goud. Dit geeft dus aan dat er een afwijking kan zijn van 5%. 

Slide 22 - Slide

Nu zelf doen!
Je krijgt 3 weerstandjes per groepje. 
Bepaal met elkaar de weerstand van het weerstandje in Ohm. 
Hiervoor mag je gebruik maken van de volgende afbeelding. 
Noteer voor jezelf de weerstand en de afwijking van weerstandje A, B en C


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Klaar?
Doe de weerstand in het daarvoor bestemde bakje op ons bureau. 

Slide 25 - Slide

Ezelsbruggetje
Omdat het moeilijk is om zo'n tabelletje uit je hoofd te leren is er een ezelsbruggetje voor de volgorde (en dus de waarde) van de ringen.

Slide 26 - Slide

Even samengevat
Een weerstand houdt de stroom gedeeltelijk tegen. Hierdoor kun je de hoeveelheid stroom bepalen. 
De weerstand wordt gemeten in Ohm (Ω). 
Bij een koolstofweerstandje kun je de weerstand bepalen aan de hand van de kleurringen. 
Ezelsbruggetje: 
Zij bracht rozen op Gerrits graf bij vies grauw weer. 

Slide 27 - Slide

Ben je al klaar voordat het tijd is?
Zorg er voor dat de weektaak af is. 

Slide 28 - Slide