Renaissance 1

Leerdoel
Je leert over het wereld- en mensbeeld in de renaissance en hoe deze in de literatuur vorm krijgen.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 21 slides, with text slides and 7 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Leerdoel
Je leert over het wereld- en mensbeeld in de renaissance en hoe deze in de literatuur vorm krijgen.

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

De renaissance
De wedergeboorte: vernieuwde interesse in de klassieken

Italië gaat in Europa voorop (vanaf de 15e eeuw)

Geen memento mori, maar carpe diem

Nieuwe balans tussen hemel en aarde

Slide 3 - Slide

renaissance
16e en 17e eeuw (17e eeuw = Gouden Eeuw)
wedergeboorte van de schoonheidsidealen uit de klassieke oudheid
antropocentrisme: mens stond in het centrum van de belangstelling
carpe diem:  pluk de dag
streven naar zo volledig mogelijke ontplooiing d.m.v. ratio

Slide 4 - Slide

Gouden Eeuw?
17e eeuw
rijkdom
slavenhandel
groot deel van bevolking is arm
immigratie uit het zuiden

Slide 5 - Slide

Geloof en strijd
Katholieke kerk
Nieuwe inzichten: Maarten Luther en Calvijn - reformatie
Geloofsstrijd:
- de Spaanse overheerser  wil katholicisme opleggen
- de Noordelijke Nederlanden willen godsdienstvrijheid
Vluchtelingen vanuit het Zuiden

Slide 6 - Slide

Literaire ontwikkelingen/ Emblematiek
Een embleem had een drieledige vorm:
-motto (opschrift)
-pictura (afbeelding)
-subscriptio (bijschrift/ uitleg) -> diepere betekenis

Boeken met emblemata waren populair bij de burgers in de 17e eeuw.
Bekende bundels:
-Sinnepoppen  (1614)  Roemer Visscher
-Emblemata Amatoria  (1611) P.C. Hooft
-Spiegel van den Ouden ende Nieuwen Tijdt  (1632) Jacob Cats

Slide 7 - Slide

Petrarkisme
Francesco Petrarca (1304 - 1374) Italiaanse humanist was verliefd op Madonna Laura (mogelijk een fictieve figuur), een rijke, gehuwde vrouw die hij ontmoet zou hebben op Goede Vrijdag, 6 april 1327. Hoewel zij onbereikbaar is voor hem, schrijft hij steeds gedichten over haar, en na haar dood op 6 april 1348 zet hij dat voort. Bepaalde motieven en stijlfiguren in deze gedichten zijn door latere dichters nagevolgd, en daarmee is de stroming van het petrarkisme ontstaan. Een stroming die veel grote poëzie heeft opgeleverd, maar ook veel slechte.

Slide 8 - Slide

Literatuur in de Gouden Eeuw
  1. Aandacht voor de klassieken - Renaissance
  2. Van Renaissance naar het classicisme
  3. In beide gevallen zijn de klassieken belangrijk en de regels (zoals een tragedie
  4. Poezie en toneel zijn belangrijkste vormen van literatuur
  5. Een schrijver maakte gebruik van stappen: translatio, imitatio en aemulatio
  6. Er werd weinig in de volkstaal geschreven, meer in het Latijn
  7. Ook nieuwe genres met strenge regels: sonnet (Petrarca)

Slide 9 - Slide

P.C. Hooft
- Romereis
- Renaissanceliteratuur
- het sonnet (Petrarca)
- Warenar (1617): gebaseerd op een klassiek blijspel van Plautus
De boodschap: carpe diem -> volkstoneel in de volkstaal
- Historiën (1622): klassiek voorbeeld is de geschiedschrijver Tacitus
Geschiedenis van de Nederlandse strijd tegen de Spanjaarden
De zinsbouw mag klassiek, de woordkeuze is Nederlands (leenwoorden zijn taboe). Mijlpaal voor de Nederlandse taal.

Slide 10 - Slide

Kunstopvatting
translatio (vertalen van klassieke teksten)
- beginnend schrijver
- vertaling van klassieke teksten
imitatio
- gevorderd schrijver
- een eigen stuk volgens klassiek stramien
aemulatio
- de ware meester
- toevoeging van christelijke elementen

Slide 11 - Slide

De tragedie (treurspel)
Aristoteles' Poetica:
- drie tot vijf bedrijven
- slechte afloop voor de hoofdpersoon
- noodlot, vaker roept de hoofdpersoon het lot over zichzelf af
- Voorbeeld: Lucifer  van Joost van de Vondel
De aartsengel Lucifer verzet zich door hoogmoed tegen God.
Wordt van de hemel naar de hel verbannen - peripeteia (lotswisseling)
- De catharsis: het meeleven met de hoofdpersoon heeft een zuiverende werking.

Slide 12 - Slide

De komedie (blijspel)
Artistoles' Poetica:
- spiegel van de menselijke zwakheid
- lachwekkend
- personages zijn niet verheven (zoals bij de tragedie), maar direct herkenbaar (boers en volks)
- Voorbeelden: Warenar van P.C. Hooft en de kluchten van Bredero

Slide 13 - Slide

Literair werk
G.A. Bredero:
- De klucht van de koe - rederijkersklucht (1612)
- Spaanschen Brabander - komedie (1618)
Erasmus:
- Lof der Zotheid - allegorie (1509)
P.C. Hooft:
- Warenar - renaissancekomedie (1617 eerste opvoering)
Joost van den Vondel:
- Ghysbrecht van Aemstel - tragedie (3 januari 1638 eerste opvoering)
- Lucifer - tragedie (2 februari 1654 eerste opvoering)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Link