Sporten en bewegen

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook / laptop 
       Start je Chromebook / laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
 
      
timer
5:00
1 / 30
next
Slide 1: Slide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook / laptop 
       Start je Chromebook / laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
 
      
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Verzorging les 4:
Sporten / bewegen en gezondheid


Welkom allemaal!

Slide 2 - Slide

Terugblik op de vorige les
Wat is zwerfafval ook alweer? 

En wat is een plastic soep?
                             
En welke gevolgen van zwerfafval weet je nog?


Slide 3 - Slide

Lesopbouw:
- Terugblik vorige les
- Sporten / bewegen en gezondheid
- Lesdoelen 
- Filmpje
- Hartslag voelen en meten
- Bewegingsopdracht
- Stellingen
- Bewegingsopdracht
- Afsluiting v/d les

Slide 4 - Slide

Sporten/bewegen en gezondheid
Je hebt tijdens de vorige lessen al geleerd dat gezonde voeding heel belangrijk is voor je gezondheid.


Naast gezond eten is het ook belangrijk 
dat je genoeg beweegt. 



Slide 5 - Slide

Welke sport / manier van bewegen ken je?

Slide 6 - Open question

Praktijkopdracht 
- Zoek op internet zo veel mogelijk redenen waarom sporten / bewegen gezond is. 

 - Schrijf de verschillende redenen op in een Word bestand of op een blaadje 

timer
7:00

Slide 7 - Slide

Aan welke sport doe jij?
of op welke manier krijg jij beweging?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan ik...
  • vertellen waarom lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid.

  • mijn hartslag meten in rust en na actie. 

  • vertellen hoeveel je moet bewegen per dag

Slide 11 - Slide

Hartslag meten
De hartslag meet het kloppen van het hart. 

Een gemiddelde hartslag ligt tussen de 60 en 100 slagen per minuut. 

Als je (intensief) beweegt, gaat jouw hartslag omhoog. 


Slide 12 - Slide

Hoe kun je je hartslag voelen?

Wie weet dat?

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Hartslag meten in rust
Voel zoals op de foto
30 seconden eerst aan      je pols. 
Tel hoe vaak je jouw hartslag voelt. Doe dit getal keer twee, dan weet je jouw hartslag!
Nu je nek!
timer
0:30

Slide 15 - Slide

Bewegingsopdracht


Jumping jacks

Slide 16 - Slide

Zoveel minuten moet je minimaal bewegen per dag:
A
15 minuten
B
30 minuten
C
45 minuten
D
60 minuten

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Video

Hartslag meten na actie
Pols eerst: 
Voel zoals op de foto
30 seconden aan je pols. Tel hoe vaak je jouw hartslag voelt. Doe dit getal keer twee, dan weet je jouw hartslag!

Nu voel je je nek!

 
timer
0:30

Slide 19 - Slide

Voelde je verschil in je hartslag na actie

Slide 20 - Open question

Welke stelling/ stellingen is/zijn waar?

A
Wanneer je hartslag en ademhaling omhoog gaan, noem je dat bewegen.
B
Bewegen is gezond en houdt je lichaam fit.
C
Fietsen, wandelen en en buitenspelen valt onder bewegen.
D
Stofzuigen en in de tuin werken valt niet onder bewegen.

Slide 21 - Quiz


Bewegen vermindert stress

A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Welke stelling is waar?
A
Door te bewegen heb je minder kans op hart- en vaatziekten.
B
Bewegen helpt je botten en spieren sterker te maken.
C
Van beweging word je gelukkiger en fitter.
D
Bewegen zorgt voor een hogere bloeddruk en dat is gezond

Slide 23 - Quiz

Bewegingsopdracht


High Knees

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Lesdoelen behaald?
- Je kunt vertellen waarom lichaamsbeweging goed is voor je gezondheid.

- Je kunt je hartslag meten in rust en na een actie.

- Je weet hoeveel je moet bewegen per dag.

Slide 26 - Slide

Les afsluiting
Welk cijfer geef je jezelf voor deze les en waarom?
Voor de volgende les: Neem iets mee van je eigen geloof / cultuur

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Sally challenge
Bring Sally up, bring Sally down:
Je start in de squat-houding of in de lage plank.

Iedere keer dat je 'Bring Sally up' hoort, 
mag je even omhoog komen (rechtop staan of
hoge plank) waarna je meteen weer omlaag 
gaat.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide