woordenschat

Woordenschat
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Woordenschat

Slide 1 - Slide

In deze les:
- Leer je nieuwe woorden.
- Leer je de betekenis van een woord in de tekst te vinden.
- Leer je waarom een grote woordenschat belangrijk is.


                                                                                    blz. 64 - 66

Slide 2 - Slide

In deze les:
- Startopdracht - samen
- Opdracht 1 & 2 - individueel.
- Klaar? Opdracht 3 & 7.
- Video - Origineel Amsterdams.
- Quiz - Woorden uit deze les. 
- Evaluatie - Wat hebben we geleerd?
                                                                                                     blz. 64 - 66


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Startopdracht - fietsnietje
De Fietsersbond is boos dat op steeds meer plekken in de stad de fietsnietjes worden weggehaald. Er komen nu parkeervakken voor fietsers in de stad. Daar staan de fietsen los en waaien ze om. De Fietsersbond: 'De fietsnietjes waren veel handiger. Tegen die rechthoekige rekjes konden aan twee kanten fietsen worden gestald. De fietsen waaiden niet om en konden bovendien aan de beugel worden vastgemaakt.'

Slide 5 - Slide

Startopdracht - fietsnietje
De Fietsersbond is boos dat op steeds meer plekken in de stad de fietsnietjes worden weggehaald. Er komen nu parkeervakken voor fietsers in de stad. Daar staan de fietsen los en waaien ze om. De Fietsersbond: 'De fietsnietjes waren veel handiger. Tegen die rechthoekige rekjes konden aan twee kanten fietsen worden gestald. De fietsen waaiden niet om en konden bovendien aan de beugel worden vastgemaakt.'

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Opdracht 1





Blz. 65
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Opdracht 1
1. Je moet de woorden in de puzzel horizontaal, van links naar rechts invullen.
2. Het optreden van die band in het stadion veroorzaakte een file. Alle auto's met bezoekers zorgden voor lange rijen op de wegen naar het station.
3. Alle NL'ers moeten eigenlijk weten wat er in de grondwet, een wet met de belangrijkste regels van het land, staat. 

Slide 10 - Slide

Opdracht 1
4. Na het concert kreeg de zanger een bos bloemen. Het boeket was zo groot dat hij het bijna niet kon dragen.
5. De juryleden geven kritiek op het optreden van de dansgroep. Ze vertellen wat ze er niet goed aan vinden.
6. De kinderen deden iets wat eigenlijk niet mocht; ze beschoten de buurman met een waterpistool. Hun moeder vond ze ondeugend, maar moest er ook een beetje om lachen.

Slide 11 - Slide

Opdracht 2 
Klaar? maak opdracht 3 of 7

    
timer
10:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Slide

Een vedette is een...
A
Speciaal biertje
B
Acteur
C
Beroemd persoon

Slide 15 - Quiz

Iets doen wat eigenlijk niet mag
A
Strafbaar
B
Spannend
C
Ondeugend

Slide 16 - Quiz

Wat is een porem?
A
Patatje met
B
Gezicht
C
Borreltje

Slide 17 - Quiz

Wat is een planga?
A
Surfplank
B
Snelle auto
C
(Zonne)bril

Slide 18 - Quiz

Een ruimte waar les wordt gegeven
A
Concertzaal
B
Klaslokaal
C
Aula

Slide 19 - Quiz

Een boeket is een...
A
Stapel boeken
B
Bos bloemen
C
Kleine hamster

Slide 20 - Quiz

Wat is een pikketannussie?
A
Paaltje langs de kant van de weg
B
Dief
C
Borreltje

Slide 21 - Quiz

Horizontaal is van...
A
Links naar rechts
B
Boven naar beneden
C
Rechtdoor

Slide 22 - Quiz

Geleerd in deze les:
- Welke nieuwe woorden heb je geleerd?
- Hoe vind je de betekenis van een woord in de tekst?
- Waarom is een grote woordenschat belangrijk?

Slide 23 - Slide