NE 2K - Hh Tv H4-H5, Lv6, PF (les 2)

Welkom
Nederlands
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
Nederlands

Slide 1 - Slide

Nederlands
Start
Lesdoel 
  • Toetsstof (deel 2) herhalen.
  • Je leert over tekst, schrijfdoel en publiek bij elkaar horen.

Toets Taalverzorging H4-H5: vrijdag 4 juni
  • 4.1 Je kunt het meewerkend voorwerp benoemen.
  • 4.2 Je kunt verwijswoorden herkennen en goed gebruiken.
  • 4.3 Je kunt verkleinwoorden goed spellen.
  • 5.1 Je kunt bijwoordelijke bepalingen benoemen.
  • 5.2 Je kunt de trappen van vergelijking goed gebruiken.
  • 5.3 Je kunt lastige werkwoordsvormen goed spellen.









Slide 2 - Slide

De zomerse warmte heeft voor mij lang genoeg geduurd.
Benoem pv, gz, ow, lv, mv, bwb

Slide 3 - Open question

gebeurd
A
Dit is een voltooid deelwoord.
B
Dit is een persoonsvorm.
C
Dit kan zowel een voltooid deelwoord als een persoonsvorm zijn.
D
Dit is geen voltooid deelwoord en ook geen persoonsvorm.

Slide 4 - Quiz

Morgen zal de toets waarschijnlijk in de gymzaal worden afgenomen.
Hoeveel bijwoordelijke bepalingen bevat deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 5 - Quiz

Welke zin is juist?
A
Mijn broer is even dik als mij.
B
Mijn broer is even dik als ik.
C
Mijn broer is dikker dan mij.
D
Mijn broer is dikker als ik.

Slide 6 - Quiz

Maak het verkleinwoord van:
koningin, ding, pin

Slide 7 - Open question

Welke combinatie is helemaal goed?
A
koninkje- televisie'tje - airco'tje
B
konginje -televisietje -aircootje
C
koningje - televisi'tje -aircootje
D
koninkje - televisietje - aircootje

Slide 8 - Quiz

Nederlands
H6 Lezen: Tekst en publiek
Lesdoel 
  • Je kunt het beoogde publiek aan een tekst herkennen.

Opdracht
  • Maak opdracht 2.










Tekst, schrijfdoel, publiek
  • Schrijfdoel = Wat wil de schrijver met zijn tekst bereiken?
  • Publiek = Wie heeft de schrijver in zijn tekst voor ogen? 

Herkenningspunten in de tekst voor beoogd publiek
  • Onderwerp
  • Taalgebruik: lengte tekst, woordgebruik, aanspreekvorm
  • Bron
  • Lay-out (opmaak): aantal illustraties, gebruik kleuren en lettertypes

Slide 9 - Slide

Nederlands
Poëzie en fictie
Leerdoelen
  • Je kunt je inleven in andere personen en situaties.

Opdracht
  • Neem onderdeel C Misdaad voor je.
  • Gezamenlijk werken aan de opdrachten: voorlezen  > vragen beantwoorden > voorlezen enzovoort.


Slide 10 - Slide

Nederlands
Afsluiting
Lesdoel 
  • Toetsstof (deel 2) herhalen.
  • Je leert over tekst, schrijfdoel en publiek bij elkaar horen.

Toets Taalverzorging H4-H5: vrijdag 4 juni
  • 4.1 Je kunt het meewerkend voorwerp benoemen.
  • 4.2 Je kunt verwijswoorden herkennen en goed gebruiken.
  • 4.3 Je kunt verkleinwoorden goed spellen.
  • 5.1 Je kunt bijwoordelijke bepalingen benoemen.
  • 5.2 Je kunt de trappen van vergelijking goed gebruiken.
  • 5.3 Je kunt lastige werkwoordsvormen goed spellen.









Slide 11 - Slide