NE 3G - Voorbereiding PTA Lv, Tv (les 8-9)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Welkom

Nederlands

Lezen

Nederlands

Start

Lesdoelen

• Je bereidt je voor op het pta taalverzorging.
• Je bereidt je voor op het pta leesvaardigheid.

Programma periode 3

• Presentatie: na meivakantie (zie stageboekje).
  
• PTA Taalverzorging: stof H6 + herhaling H1-5.
• PTA Leesvaardigheid: stof H6 + herhaling H1-5.

Nederlands

Taalverzorging 6.2: Foutloos schrijven

Leerdoel

• Je kunt schrijven zonder fouten te maken.

Opdracht

• Nakijken opdracht 4-5.
  

Nederlands

Voorbereiding PTA Leesvaardigheid en taalverzorging

Leerdoel

• Je beheerst de leerdoelen leesvaardigheid en taalverzorging.

Opdracht

• Bespreken leerdoelenoverzicht.
• Oefentoets H6 maken.
• Oefentoets H6 bespreken.

Nederlands

De Quiz

Leerdoelen

• Je weet hoe je scoort op de basisvaardigheden.

Opdracht

• Maak de online Quiz (De Brug).
  

Nederlands

PTA Leesvaardigheid

Leerdoelen

• H1: Je kunt hoofdzaken en de hoofdgedachte van de tekst benoemen.
• H2: Je kunt het tekstdoel en beoogde publiek benoemen.
• H3-4: Je kunt de volgende tekstverbanden en bijbehorende signaalwoorden herkennen: opsomming, tegenstelling, voorbeeld (toelichting), tijdsvolgorde, oorzaak-gevolg, voorwaarde, doel-middel, reden/argument, conclusie.
• H5: Je kunt mening, argument en conclusie herkennen in de tekst.
• H6: Je kent de functie van de lay-out van de tekst.

Nederlands

PTA Leesvaardigheid

Extra tekstverbanden

• Doel-middel. Signaalwoorden: om, om...te, door middel van
• Reden of argument. Signaalwoorden: omdat, daarom, want.
• Conclusie. Signaalwoorden: dus, concluderend, hieruit volgt, dan ook, kortom.

Oefenen

• Maak tekst 1 examen 2011.
• Maak overige examenteksten thuis. Kijk na op school.

Nederlands

PTA Taalverzorging

Leerdoelen

• Je kunt zinsdelen benoemen: persoonsvorm, gezegde, onderwerp, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling.
• Je kunt woordsoorten benoemen: werkwoord, lidwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, voorzetsel, bezittelijk voornaamwoord.
• Je kunt werkwoordsvormen spellen (inclusief voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord).
• Je kunt verkleinwoorden goed spellen.
• Je kunt meervoudsvormen goed spellen.
• Je kunt verwijswoorden juist gebruiken.
• Je kunt samengestelde woorden maken en de tussenletters juist gebruiken.
• Je kunt leestekens en hoofdletters juist gebruiken.
• Je kunt vaste voorzetsels juist gebruiken.
• Je kunt spelfouten in zinnen verbeteren.

Tip: Gebruik de paragrafen taalverzorging en De Brug om te oefenen.

Nederlands

PTA Taalverzorging

Leerdoel

• Je beheerst alle taalvaardigheidsdoelen.

Opdracht

• Oefenen extra via De Brug.
  
• Maak opdrachten opnieuw.
• Zorg ervoor dat je taalkeuzes kunt uitleggen.
• Klassikaal opdrachten bespreken naar wens.

Nederlands

Afsluiting

Lesdoelen

• Je bereidt je voor op het pta taalverzorging.
  
• Je bereidt je voor op het pta leesvaardigheid.