This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
Slide 1 - Slide
Spelling leerjaar 1 - les 9
Slide 2 - Slide
DOEL
HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
- je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
- je kan punten , vraagtekens en uitroeptekens gebruiken
Slide 3 - Slide
Tekst
hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter
Slide 4 - Slide
Waarom is de tekst die je net gezien hebt fout?
Slide 5 - Mind map
Verschillen in betekenis
- Katten, spinnen, ijsberen, vissen, gieren, vliegen en honden slapen
- Katten spinnen, ijsberen vissen, gieren vliegen en honden slapen
Waardoor komt het verschil in betekenis?
Slide 6 - Slide
Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?
Slide 7 - Mind map
HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
Maken een tekst duidelijker en beter te lezen.
De lezer kan de tekst zo ook veel beter begrijpen.
Slide 8 - Slide
HOOFDLETTERS
Bekijk het volgende filmpje!
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
LEESTEKENS
- punten
- vraagtekens
- uitroeptekens
- komma's
- dubbele punten
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
PUNT (1)
- Aan het einde van een zin
Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.
Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.
Slide 13 - Slide
PUNT (2)
- Na of in sommige afkortingen
d.m.v. - m.a.w. - i.i.g.
dhr. - mevr. - mej.
max. - min. - nr.
Slide 14 - Slide
VRAAGTEKEN
- Na een vraag
Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?
'Neem jij mijn tas mee?' vroeg Martijn.
Slide 15 - Slide
UITROEPTEKEN (1)
- Om aan te geven dat iemand luid roept
'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.
Slide 16 - Slide
UITROEPTEKEN (2)
- Om een bevel of waarschuwing aan te geven
Halt, of ik schiet!
Stop!
Kom hier!
Slide 17 - Slide
KOMMA
- Maakt een zin overzichtelijker
- Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt
Slide 18 - Slide
KOMMA (1)
- Als pauzeteken in een zin
Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.
Slide 19 - Slide
KOMMA (2)
- Tussen de delen van een opsomming
Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.
Slide 20 - Slide
KOMMA (3)
- Tussen twee persoonsvormen
Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.
Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).
Slide 21 - Slide
DUBBELE PUNT (1)
- Voor een opsomming
Je hebt nodig: een ei, een klontje boter en een snufje zout.
Slide 22 - Slide
DUBBELE PUNT (2)
- In plaats van want of immers (uitleg)
Ik ga niet mee naar de film: ik moet huiswerk maken.
Slide 23 - Slide
DUBBELE PUNT (3)
- Voor een aankondiging
Ik heb een nieuwtje: ik ga verhuizen naar Breda.
Na een dubbele punt
Na een dubbele punt gebruik je normaal NOOIT een hoofdletter.
Slide 24 - Slide
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
morgen begint de kermis
Slide 25 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet. Levi wil je die bak met potloden aangeven
Slide 26 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben
Slide 27 - Open question
Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden
Slide 28 - Open question
Juist of onjuist: Lotte zei: 'Wat een leuke jongen'.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Juist of onjuist: Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
Juist of onjuist: nederlandse
A
Juist
B
Onjuist
Slide 31 - Quiz
Juist of onjuist: Mercedes
A
Juist
B
Onjuist
Slide 32 - Quiz
Juist of onjuist: Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist
Slide 33 - Quiz
Juist of onjuist: Janneke de Boer
A
Juist
B
Onjuist
Slide 34 - Quiz
Maak nu zelfstandig opdracht 22 in het werkboek
timer
5:00
Slide 35 - Slide
NAKIJKEN
Slide 36 - Slide
Opdracht 22
Tijdens de ondervraging met Edward – die onschuldig bleek – droomde Blauwbaard al weg. Hij droomde van de voorjaarsvakantie, twee weken rust, die hij zou doorbrengen met elke dag een groot glas bordeauxwijn.
Nadat hij de e-mail naar de koning had gestuurd, ging hij naar buiten om van de laatste zonnestralen van die dag te genieten. Hij haalde zijn nieuwste speeltje, een smartphone van Apple, boven. Heel lang kon hij er echter niet van genieten, want er kwam commotie van over de Rijn achter hem.
Slide 37 - Slide
Hij liep met gehaaste passen de Kapiteinstraat uit en liep recht in de armen van een struikrover. Die rover begon in het Deens allerlei dingen te zeggen tegen Blauwbaard, maar die verstond er niets van. Het enige dat hij kon opmaken waren de woorden ‘carnaval’ en ‘dinsdag’. Hij dacht dat hij ook begreep dat iemand met de zuidenwind was verdwenen.
Blauwbaard verzette zich uit alle macht, maar hij kon niets meer uithalen. Voor hij besefte dat zijn bemanning ook in handen was gevallen van de getrainde rovers, verloor hij zijn bewustzijn. Hij kwam terecht in een spiraal van planeten. Hij zag Venus en Mercurius rond hem zweven en in de verte zag hij de Grote Beer. De kapitein probeerde wakker te blijven, maar het werd zwart…
Slide 38 - Slide
GELEERD
HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
- je weet wanneer je hoofdletters gebruikt
- je kan punten , vraagtekens en uitroeptekens gebruiken
Slide 39 - Slide
Maak nu zelfstandig opdracht 23 en 24 in het werkboek en kijk na