This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
H7 Woordformules
Slide 1 - Slide
7.1 Van beschrijving naar woordformule
Wat gaan we deze les leren:
hoe je een regel in woorden opschrijft
hoe je van de regel in woorden een pijlenketting kunt maken
k/m: Hoe je zelf een pijlenketting kunt maken
Slide 2 - Slide
Sander trakteert op ijsjes.
1 ijsje kost 1,50 euro.
Wat is de regel in woorden?
Slide 3 - Slide
Ik rijd in Amerika met de camper.
De camper rijdt 1 op 8. Met 1 liter benzine kan ik 8 km rijden.
Ik heb 10 liter getankt, hoeveel km kan ik rijden?
En wanneer ik 32 km heb gereden, hoeveel liter heb ik dan verbruikt?
Schrijf de regel in woorden op!
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Om een woordformule te maken van de opstelling van de tafel en stoelen hiernaast moeten we eerst de regelmaat ontdekken!
Je ziet dat om elke tafel steeds 4 stoelen staan. Dus als je weet hoeveel tafels er zijn doe je dat
x 4 maar let op! Er staan op het uiteinde nog 2 extra stoelen (rode cirkels)
Aantal tafel x 4 + 2 = aantal stoelen
Slide 6 - Slide
Nog eens: Bij deze tafel staan er steeds 6 stoelen om de tafel. Dus als je weet hoeveel tafels er staan doe je dat x 6 en dan weet je hoeveel stoelen je nodig hebt.
Aantal tafels x 6 Dit is nog niet af! Er staan ook nog 2 stoelen op de korte kant van de tafel.
Formule: aantal tafels x 6 + 2
Slide 7 - Slide
het maakt niet uit hoeveel m2 er nodig is, die 25 euro is éénmalig!
Kosten = aantal m2 x?+ 25
Slide 8 - Slide
Elke m2
die je koopt
kost je 15 euro!
Kosten = aantal m2 x15+ 25
Slide 9 - Slide
Schrijf de formule op voor de totale kosten.
Slide 10 - Open question
Aanpak: Hoe maak ik een formule bij een beschrijving?
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Open question
Oplossing
Slide 13 - Slide
7.1 van beschrijving naar woordformule
Maak
paragraaf 7.1 en 7.2 helemaal netjes af in de online.