Week 17 - voorbereiden toets schrijven

Leerdoelen
- Ik kan de pv, ow, wwg en lv benoemen in een zin.
- Ik kan (lastige) werkwoorden op de juiste manier schrijven.
- Ik kan Engelse werkwoorden op de juiste manier schrijven.
- Ik kan uitleggen hoe een column is opgebouwd.
- Ik kan de inleiding van een column schrijven.
- Ik kan het slot van een column schrijven.
- Ik kan creatieve elementen toevoegen aan mijn column, zoals humor, ironie, of persoonlijke anekdotes.
- Ik kan foutloos schrijven.

1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Leerdoelen
- Ik kan de pv, ow, wwg en lv benoemen in een zin.
- Ik kan (lastige) werkwoorden op de juiste manier schrijven.
- Ik kan Engelse werkwoorden op de juiste manier schrijven.
- Ik kan uitleggen hoe een column is opgebouwd.
- Ik kan de inleiding van een column schrijven.
- Ik kan het slot van een column schrijven.
- Ik kan creatieve elementen toevoegen aan mijn column, zoals humor, ironie, of persoonlijke anekdotes.
- Ik kan foutloos schrijven.

Slide 1 - Slide

Oefentoets opdracht: ww-spelling
Vul de juiste werkwoorden in.
timer
4:00

Slide 2 - Slide

Oefentoets opdracht: ww-spelling
Vul de juiste werkwoorden in.
timer
4:00

Slide 3 - Slide

Oefentoets opdracht: zinsontleding
Ontleed de volgende zinnen: PV, OW, WG, LV


1. Op het schoolfeest hebben we een potje tafelvoetbal gespeeld.
2. Waarom heb je niet meteen een afspraak gemaakt?
3. De gestorven miljonair had de nierstichting in zijn testament een lekker bedragje nagelaten.
4. Lastige vragen stelde de interviewer bondscoach Marco van Basten nooit.
timer
4:00

Slide 4 - Slide

Oefentoets opdracht: verwijswoorden
Vul de juiste verwijswoorden in. 



1. De leerlingen .......... ik het het beste kan vinden, gaan allemaal mee op excursie. 
2. Vorig jaar kon de bevolking van Frankrijk ........ nieuwe president kiezen.
3. De pennen ........ de directeur schrijft, zijn erg duur.
4. Martijn is al lang bezig met de opdracht ....... hij morgen in moet leveren. 
5. De rondleiding vindt op 6 juli plaats in het dorp ...... in 1943 gebombardeerd is.
6. Geschiedenis is het vak ...... ik gekozen heb in mijn pakket.

timer
4:00

Slide 5 - Slide

Oefentoets opdracht: verwijswoorden


1. Ze hebben me bij het huis van mijn oom afgezet. DAT had ik al eens eerder gezien.
DAT verwijst naar ...
2. Voor dat nieuwe gebouw achter ons huis ligt een gracht. HET ligt dus aan het water.
HET verwijst naar ...
3. Eigenlijk zijn verwijzingen helemaal niet moeilijk, want je kunt ZE met een vraagwoord vaak zo vinden.
ZE verwijst naar ...
4. Gerard en ik hebben dat als eerste gedaan. Ik weet niet of dat ONZE plicht was.
ONZE verwijst naar ...


timer
4:00

Slide 6 - Slide

Column
We lezen gezamenlijk de column 'Jongeren zijn zo druk bezig met 'iets zijn', dat er niks van ze overblijft'

Slide 7 - Slide

Opdracht

Je ziet het goed, deze column heeft een inleiding en een middenstuk. Het slot ontbreekt. Deze ga jij nu schrijven. Gebruik hiervoor minimaal 70 woorden. Let ook op spelling en interpunctie.

Tip: wat moet er in het slot staan? Wat is het doel van het slot?




timer
10:00

Slide 8 - Slide

Opdracht
Ik mis ... een radicale waardering voor het doorsnee leven. Want als de coronapandemie ons iets heeft geleerd, is hoe betekenisvol dat ‘gewone leven’ is. Én de mensen achter de ‘gewone jobs’: iedereen in de zorg, het onderwijs, de supermarkt etc. Deze helden houden de samenleving draaiende.
 
Dus lieve Michael* en generatiegenoot, laat die prestatiedruk je niet gek maken. Je bent buitengewoon goed zoals je bent en dat is meer dan genoeg.

Slide 9 - Slide

Laatste opdracht
Stel je voor, je schrijft een column over vapes om jongeren en ouders bewust te maken van de gevaarlijke gevolgen. In het middenstuk worden deze gevaren op een ironische manier verteld.

Schrijf de inleiding van deze column in minimaal 70 woorden. Let ook op spelling en interpunctie.
Tip: wat moet er in de inleiding staan? Wat is het doel van de inleiding?

Klaar? Ga oefenen met verwijswoorden,
werkwoordspelling of zinsontleding.
timer
7:30

Slide 10 - Slide

Zelfstandig werken
Je gaat je voorbereiden op de toets:

 - Ga oefenen met verwijswoorden (hij, zij, het, wij, jullie, zijn, haar, ons, jou, jouw, deze, die, dit, dat, wie, wat, waarmee, waardoor)

- Ga oefenen met zinsontleding (PV, OW, WG, LV)

- Ga oefenen met werkwoordspelling (ook Engelse werkwoorden)

Slide 11 - Slide