H2

4 VWO, H2
1 / 44
next
Slide 1: Slide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 44 slides, with text slides and 9 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

4 VWO, H2

Slide 1 - Slide

programma
  • introductie
  • toets bespreken
  • H2 (geld)
  • aan de slag
  • presentaties werkweek

Slide 2 - Slide

Toets bespreken
  • Voorlopig cijfer in SOM
  • geen onvoldoendes
  • 5,5 - 8,4

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

hoofdstuk 2

Slide 6 - Slide

Wat is geld?
  • Ruilmiddel
  • Rekenmiddel
  • Oppotmiddel

Oppotten is wegleggen; sparen doe je bij een bank. Spaargeld levert rente op (oppotten niets)

Indirecte ruil door geld

Slide 7 - Slide

waar komt geld vandaan?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

intrinsieke en extrinsieke waarde (nominale waarde)
wet van Gresham

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

In de praktijk
Bitcoins
US$ versus Zimbabwe$
Griekse crisis

Slide 12 - Slide

4 VWO, H2

Slide 13 - Slide

programma
  • introductie
  • H2 (geld)
  • aan de slag

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Bitcoin = geld?
Ruilmiddel
rekenmiddel
oppotmiddel
geen wettig betaalmiddel, speculatiemiddel?

Slide 16 - Slide

Aan de slag
1, 3, 4, en 9

Slide 17 - Slide

giraal
chartaal

Slide 18 - Slide

M = maatschappelijke geldhoeveelheid; geld in handen publiek (dus niet banken en overheid)

Slide 19 - Slide

Aan de slag
10, 11

Slide 20 - Slide

4 VWO, H2

Slide 21 - Slide

programma
  • introductie
  • toets bespreken
  • H2 (geld)
  • aan de slag
  • presentaties werkweek

Slide 22 - Slide

toetsweek
  • Toets duurt 2 uur. Iets meer T en I dan in tussentoets, wel vergelijkbaar
  • Normale rekenmachine, geo, potlood, pen. Let op grafische rekenmachine mag niet!
  • H1 (helemaal)
  • H2: 2.1 en 2.3
  • 1 opgave over werkweek, dat is een keuzeopgave:
  • was je op werkweek maak de opgave over paperclip;
  • was je thuis: maak opgave prijsvergelijking (daarnaast moeten jullie nog economie opgaven uit boekje maken)

Slide 23 - Slide

Geldschepping 2.3
  •  Geldschepping door kredietverlening door commerciële bank >> maatschappelijke geldhoeveelheid wordt verhoogd.
  • M = Chartaal geld + Giraal geld (let op in handen publiek)
  • Het omzetten van chartaal geld naar giraal geld of andersom geeft geen vergroting van de maatschappelijke geldhoeveelheid.
  • Zo’n omzetting van chartaal in giraal geld die geen verandering in de maatschappelijke geldhoeveelheid veroorzaakt, noem je substitutie.

Slide 24 - Slide

Een bank moet altijd voldoende geld ‘in huis’ hebben, zodat klanten hun geld kunnen opnemen.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

samen
28, 29 en 30

Slide 27 - Slide

Geld uitlenen door een bank (geldschepping)
  • Girale kredietverlening leidt tot geldschepping,
  • M neemt toe in de vorm van een hoger banksaldo bij de lener.
  • Debiteuren neemt ook toe, want de lener moet het geld terugbetalen.
  • Geld scheppen kan ook door de liquide middelen van een bank uit te lenen aan klanten. Dit noem je chartale kredietverlening.
  • Het geld is al aanwezig bij de banken in de vorm van chartaal geld (bankbiljetten)

Slide 28 - Slide

Stel, liquiditeitseis 10% is. De liquide middelen (€ 100 + € 400) = 10%, kan Bank A € 5.000 rekening couranttegoeden aanhouden. De bank kan € 5.000 – € 1.000 = € 4.000 extra uitlenen. Dit gebeurt giraal wanneer je de post Rekening couranttegoeden met € 4.000 verhoogt. Debiteuren neemt ook met € 4.000 toe.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Maken
31, 32, 34 en 35

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Wat is verder van belang?
Algemeen aanvaard
Niet makkelijk na te maken
Vertrouwen in het geld (fiduciair)
In kleine eenheden verdelen
Wettig betaalmiddel

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Werkweek
  • Zeeland of thuis
  • Zeeland opdracht: op pad met een groepje EN een presentatie geven de dag erna
  • Essay schrijven (alleen) prijsvergelijkingsonderzoek

Slide 35 - Slide

Ruilen?
Laat maar zitten

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Presentatie
  • Waarom ruilen mensen met je?
  • gunfactor?
  • wat je ruilen?

Slide 40 - Slide

Thuisblijvers
  • Prijsvergelijkingsonderzoek
  • Doel van de opdracht is dat je leert nadenken over economische begrippen als de vraag naar een bepaald product en het aanbod ervan. Hoe komen prijzen tot stand?
  • Uitwerken in 2A4.
  • Alleen werken en NIET in groep.

Slide 41 - Slide

Ruilen?
Laat maar zitten

Slide 42 - Slide

Slide 43 - Video

slot

wat heb je geleerd?




Slide 44 - Slide