Paragraaf 5.1/5.2: Genotype en fenotype/Chromosomen

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je boek 
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de kluis!

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je boek 
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de kluis!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Begin thema 5: Erfelijkheid
- Paragraaf 5.1: Genotype en Fenotype
- Paragraaf 5.2: Chromosomen



  • PO SOA uitleggen
  • Zelfstandig werken aan PO of paragraaf 5.1 en 5.2





Slide 2 - Slide

Thema 5: Erfelijkheid en evolutie

Slide 3 - Slide

Erfelijkheid

Slide 4 - Mind map

''Dat rode haar heb je van oma''

''Zij heeft de ogen van haar vader'' 

''Wat lijk je toch op je moeder''

''Jij en je broer hebben dezelfde neus''

Slide 5 - Slide

Paragraaf 5.1: Genotype en Fenotype
Thema 5 Erfelijkheid en Evolutie
havo 3 

Slide 6 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan omschrijven want het genotype en het fenotype is.
2. Ik kan uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben.

Slide 7 - Slide

Genotype & Fenotype
  • Genotype: alle erfelijke informatie in je DNA.

  • Fenotype: al je waarneembare (uiterlijke) eigenschappen.
  • Je fenotype = je genotype + milieufactoren. 

Slide 8 - Slide

Genotype
Je genotype bestaat uit duizenden erfelijke eigenschappen dit worden ook wel genen genoemd



Deze informatie van erfelijke eigenschappen ligt vast in het DNA en zit in de celkernen

Slide 9 - Slide

DNA ligt in chromosomen

Slide 10 - Slide

Chromosomen bij andere organismen

Slide 11 - Slide

Fenotype 
Zichtbare eigenschappen van het organisme.

Het fenotype kan altijd veranderen door invloeden uit de omgeving:
*haren verven 
*bruin worden in de zomer 
*kleurlenzen dragen 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Hoe komt verandering van het fenotype tot stand?

Slide 14 - Slide

Genotype & Fenotype
Genotype: De informatie in je erfelijkmateriaal. Je kunt dit niet veranderen.

Fenotype: Uiterlijk (zichtbare kenmerken. Je kunt dit veranderen.

Milieu eigenschappen: eigenschappen die je gedurende je leven verkregen hebt. Bijvoorbeeld tatoeages.



Slide 15 - Slide

Paragraaf 5.2: Chromosomen

Slide 16 - Slide

Lesdoelen
1. Ik kan uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert.
2. Ik kan aangeven dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen
3. Ik kan uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Menselijke cel

In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.

Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met 46 chromosomen.

Menselijke cellen hebben dus 46 chromosomen.
Alleen de zaadcel en de eicel NIET!!

WAAROM IS DIT ?




Slide 19 - Slide

Chromosomen in paren

Elke cel van de mens heeft 46 chromosomen.

Dus 23 paren van 2 chromosomen.

Slide 20 - Slide

Geslachtschromosomen in lichaamscellen

Geslachtschromosomen
  • X- chromosoom
  • Y- chromosoom
XX
XY

Slide 21 - Slide

Vrouw XX
Man XY

Slide 22 - Slide

Autosomen/ geslachtschromosomen
Geslachtschromosomen: het chromosomenpaar dat het geslacht bepaalt XX, XY bij mensen.

Autosomen: alle andere chromosomen.

Slide 23 - Slide

Chromosomen
Een chromosoom bevat informatie voor een of meerdere erfelijke eigenschappen. De eigenschap die vastligt op het chromosoom noem je gen.







Slide 24 - Slide

Gen
Gen is een stukje DNA wat informatie voor een eigenschap bevat.
Er kunnen verschillende variaties zijn van een gen (allelen). Zoals gen: sproetjes (allel: wel of niet) 

Slide 25 - Slide

Mitose en meiose
Meiose:
  • Reductiedeling
  • Functie: Maken van geslachtscellen
Mitose:
  • Gewone celdeling
  • Functie: bijmaken van lichaamscellen voor groei, vervangen en herstel

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Lesdoelen
Kan ik:
- omschrijven wat het genotype en fenotype is?
- uitleggen dat cellen alleen de erfelijke informatie gebruiken die ze nodig hebben?
- uitleggen hoe elk van de ouders 50% van de chromosomen levert?
- aangeven dat bij mensen het geslacht wordt bepaald door de geslachtschromosomen?
- uitleggen hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat?



Slide 28 - Slide

De kans dat je een jongen of een meisje krijgt is 50/50
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quiz

Wat is het genotype?
A
Alle eigenschappen
B
Je innerlijk
C
Alle erfelijke eigenschappen
D
Je uiterlijk

Slide 30 - Quiz

Is het genotype van de larve hetzelfde als het genotype van het volwassen dier?
A
Ja
B
Nee

Slide 31 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
Fenotype = genotype + milieu
B
Milieu = genotype + fenotype
C
Genotype = fenotype + milieu

Slide 32 - Quiz

Welke van de twee kan je in je leven veranderen?
A
Genotype
B
Fenotype

Slide 33 - Quiz

Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen
C
Autosomen

Slide 34 - Quiz

Wat voor verschil zie je tussen deze twee afbeeldingen?

Slide 35 - Open question

Hoeveel chromosomen heeft de mens?

Slide 36 - Open question

Een levercel van een struisvogel bevat 80 chromosomen. Hoeveel chromosomenPAREN bevat een huidcel van deze struisvogel?

Slide 37 - Open question

Waar vindt meiose plaats in het lichaam?
1. In de spieren
2. in de zaadballen
A
1. wel meiose 2. geen meiose
B
1. wel meiose 2. wel meiose
C
1. geen meiose 2. wel meiose
D
1. geen meiose 2. geen meiose

Slide 38 - Quiz

PO SOA
Wat:
Zie formulier

Hoe:
Alleen of in tweetallen
Elk groepje krijgt een soa toegewezen

LET OP DE INLEVERDATUM OP ITSLEARNING!







timer
10:00

Slide 39 - Slide

Aan de slag!
Wat:
Paragraaf 5.1: opdrachten 1 t/m 8
Paragraaf 5.2: opdrachten 1 t/m 9
Hoe:
Alleen of in tweetallen

Hulp nodig? Zoek het op in je boek of vraag om hulp
Klaar? Maak een samenvatting en een begrippenlijst paragraaf 5.1/5.2. Extra verdieping over erfelijkheid-> Biologiepagina.nl




timer
10:00

Slide 40 - Slide

Nabespreking:

  • Zijn er nog vragen?

  • Hoe vonden jullie de les?

Slide 41 - Slide

Tot slot:
Schuif je stoel aan
en
Ruim je afval op


Tot de volgende les!

Slide 42 - Slide