V4H1 Patronen op de wereldkaart

V4H1 Patronen op de wereldkaart
1 / 41
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

V4H1 Patronen op de wereldkaart

Slide 1 - Slide

Voorbereiden aan de hand van leerdoelen:
  • Zie mapje
  • Vul je antwoorden op papier in
  • Zwarte doelen maak je zelf, grijze volgen in de les
  • BEGRIPPEN: Oefen met quizlet.
  • Begrippen zijn steeds per dimensie geordend

Slide 2 - Slide

Hulpkaarten

Slide 3 - Slide

Hulpformulier
  • Maak aantekeningen op het formulier (volschrijven mag)
  • Gebruik het formulier bij huiswerk en bij formatieve toetsen

Slide 4 - Slide

ATLAS
55e druk
ALTIJD MEENEMEN

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Ken je de begrippen van par. 1-3?

Slide 7 - Slide

V4H1 par. 1 Leerdoelen
  • Je kent twee manieren waarop welvaartsverschillen tussen landen worden gemeten
  • Je kent vier nadelen van het gebruik van bnp/hoofd bij het meten van welvaart.
  • Je kent het verschil tussen welvaart en welzijn
  • Je kunt uitleggen dat kenmerken op nationaal niveau vaak geen goed beeld geven van situatie op een lager schaalniveau.
  • Je kunt begrippen indelen bij dimensies

    Slide 8 - Slide

    Kennisclips:
    Maak steeds een korte samenvatting in je schrift.
    Kijk of je (alle) leerdoelen kunt beantwoorden.
    Gebruik daarbij boek en clip.

    Slide 9 - Slide

    Slide 10 - Video

    Meten van welvaart
    BBP per hoofd van de bevolking
    BBP = de waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land in een jaar.

    BBP per hoofd van de bevolking = BBP / aantal inwoners van het land.  

    Slide 11 - Slide

    Meten van welvaart
    Samenstelling beroepsbevolking
    De verdeling van de mensen over de drie sectoren: primair (landbouw), secundair (industrie) en tertiair (diensten).

    Algemene regel over de samenhang: hoe ... hoe ... zin:
    • hoe rijker een land, .... hoe .....
    • hoe armer een land, ... hoe ... . 

    Slide 12 - Slide

    Hoe is de verdeling van de beroepsbevolking in armere landen?
    A
    Meeste mensen werken in een fabriek
    B
    Meeste mensen werken in de agrarische sector
    C
    Meeste mensen werken in de diensten
    D
    Gelijk verdeeld tussen industrie, landbouw en diensten

    Slide 13 - Quiz

    Wat is in Nederland de grootste sector in de beroepsbevolking?
    A
    Primair
    B
    Secundair
    C
    Tertiair

    Slide 14 - Quiz

    Minder welvarend land
    Welvarend land

    Slide 15 - Drag question

    Gebruik de atlas, statistiek wereld (285). Gebruik de kolom werken. Kijk naar de verdeling van de beroepsbevolking.
    Zet deze landen op volgorde van arm naar rijk:
    Kameroen, Israël, Mozambique, Ivoorkust

    Slide 16 - Open question

    Wat zijn (vier) nadelen van het gebruik van het BBP om landen economisch met elkaar te vergelijken?

    Slide 17 - Open question

    Nadeel BBP als maatstaf 
    1. BBP wordt vaak uitgedrukt in dollars en koersen kunnen wisselen. 
    2. De koopkracht (hoeveel kun je van een dollar kopen?) verschilt per land;
    3. Informele sector wordt niet meegenomen;
    4. BBP is een gemiddelde: het zegt niet over de verschillen tussen mensen (sociale ongelijkheid);
    5. BBP laat ook geen regionale ongelijkheid zien; 
    6. BBP zegt niets over levensomstandigheden.
    Informele sector
    Deel van de beroepen die niet officieel staan geregistreerd. Mensen die hierin werken staan niet als werkende bekend, betalen geen belasting en dragen zo niet bij tot het Bruto Nationaal Product.
    Regionale ongelijkheid
    Onrechtmatige verschillen in welvaart tussen gebieden.

    Slide 18 - Slide

    Regionale verschillen?
    Wil je regionale verschillen beter zien, dan moet je 'inzoomen', dus veranderen van schaalniveau. Van mondiaal (wereld) naar continentaal, nationaal,regionaal of lokaal

    Slide 19 - Slide

    Slide 20 - Video

    Welvaart
    Welzijn
    BBP/ hoofd
    Koopkracht
    Verdeling beroepsbevolking
    Levensverwachting
    Alfabetiseringsgraad
    VN ontwikkelingsindex

    Slide 21 - Drag question

    Algemene regel: Hoe ... hoe ... zin.
    Wat is de relatie tussen bbp/hoofd en welzijn

    Slide 22 - Slide

    In welk continent is
    het welzijn het slechtst?
    A
    Zuid-Amerika
    B
    Afrika
    C
    Europa
    D
    Azië

    Slide 23 - Quiz

    Dimensies: met een andere bril
    Ligging
    Klimaten
    neerslagpatronen
    Reliëf
    Plantengroei/ vegetatie/ landschap
    BBP/BRP
    (gemiddeld) inkomen (per capita)
    koopkracht
    (samenstelling van) beroepsbevolking
    Import/exportpakket
    analfabetisme
    taal
    godsdienst
    bevolkingsspreiding en dichtheid
    bevolkingsgroei (fase in de demografischetransitie)
    leeftijdsopbouw
    verstedelijking
    geboorte- en sterftecijfer
    Corruptie
    Democratie/ dictatuur
    persvrijheid
    burgerrechten
    Wie heeft de macht? 
    Samenwerking met andere landen etc.

    Slide 24 - Slide

    Wat is een voorbeeld van de culturele dimensie?
    A
    In India is veel urbaan-rurale migratie
    B
    In India is er een democratie
    C
    in India worden veel talen gesproken
    D
    in India komt elke zomer de moesson

    Slide 25 - Quiz

    Onder welke dimensie valt de bevolkingsgroei
    A
    Demografisch
    B
    Sociaal-cultureel
    C
    Economisch
    D
    Politiek

    Slide 26 - Quiz

    Bij welke aardrijkskundige dimensie horen conflicten?
    A
    Fysisch
    B
    Sociaal-cultureel
    C
    Demografisch
    D
    Politiek

    Slide 27 - Quiz

    Analfabetisme past bij de volgende dimensie...
    A
    politiek
    B
    natuurlijk
    C
    sociaal-cultureel
    D
    economisch

    Slide 28 - Quiz

    In arme landen is er sprake van een hoog geboorte- én sterftecijfer. Welke dimensie staat hier centraal?
    A
    Economisch
    B
    sociaal-cultureel
    C
    Demografisch
    D
    fysisch

    Slide 29 - Quiz

    De olielekkages en vervuiling vallen onder de .. dimensie
    A
    economisch
    B
    politiek
    C
    fysisch
    D
    demografisch

    Slide 30 - Quiz

    In Nederland werkte in 2012 82,2% van de beroepsbevolking in de dienstensector. Welke dimensie staat hier centraal?
    A
    Economisch
    B
    Politiek
    C
    Sociaal-cultureel
    D
    demografisch

    Slide 31 - Quiz

    Controle van begrip
    1. Wat betekent BBP?
    2.  Welke nadelen kent het gebruik van het BNP om landen met elkaar te vergelijken?
    3. Welke dimensie is BBP?
    4. Welke maat geeft een nauwkeuriger beeld: bruto binnenlands product of bruto regionaal product?

    Slide 32 - Slide

    VN-ontwikkelingsindex
    • Ook wel Human Development index (HDi). 
    • Meet het welzijn op: inkomen, alfabetiseringsgraad (of analfabetisme), levensverwachting. 
    • Ook wordt vaak gekeken naar toegang tot schoon drinkwater, onderwijs en gezondheidszorg, de voedselsituatie en beschikbaarheid telefoon/computer.

    HDi is beter dan BNP per hoofd - het is een samengestelde index, dus het kijkt naar meerdere aspecten i.p.v. alleen het BNP per hoofd. 

    Slide 33 - Slide

    Controle van begrip
    1. Wat wordt bedoeld met welzijn?
    2. Hoe wordt welzijn gemeten?
    3. Uit welke indicatoren bestaat HDi/ VN-ontwikkelingsindex Gebruik de atlas als spiekbriefje: zoek kaart over levensomstandigheden
    4. Wat kun je beter gebruiken om landen te vergelijken: BNP of HDi ?

    Slide 34 - Slide

    Huiswerk
    Begrippen V4H1 voorkennis en §1 t/m 3
    https://quizlet.com/_8yzo74?x=1jqt&i=2qc338

    Maken: Leerdoelen §11 t/m 4.
    Opgave §1: 4 (atlasverwijzing 4b: 169), 5a, 6 en
    Examenopgave 1: Hoe meet je welvaart?

    Slide 35 - Slide

    V4H1 par. 2 Leerdoelen
    •    Je kunt de spreiding van bevolking en cultuur verklaren vanuit  natuurlijke omstandigheden, ligging, koloniaal verleden en migratie
    •    Je kunt drie oorzaken noemen die ervoor zorgen dat de bevolkingsspreiding op de wereldkaart voortdurend verandert.
    •    Je kunt het push- en pullmodel op meerdere schaalniveaus (wereld, Nederland, stad....) toepassen.
    •    Je kunt voorbeelden geven van pushfactoren en hindernissen voor  ecologische-, sociale-, politieke- en economische migranten.

      Slide 36 - Slide

      Verschil tussen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding?

      Slide 37 - Open question

      Mekongdelta
      Bevolkingsdichtheid: 465 mensen p/km².

      Hoe kan dat?

      Slide 38 - Slide

      Tunesië
      Verklaar de ongelijke bevolkingsspreiding over het land.
      Noem de oorzaak en het verklarende principe.
      (noteer op volgende pagina)

      Slide 39 - Slide

      Verklaar de ongelijke bevolkingsspreiding in Tunesië

      Slide 40 - Open question

      Verklaar de hoge bevolkingsdichtheid: 1. kust Zuid-Amerika,
      2. NW Europa en 3. ZO-Azië

      Slide 41 - Slide