This lesson contains 49 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Basisstof 6 Ontkieming, groei en ontwikkeling
Slide 1 - Slide
Rijpe maïskorrels bevatten gemiddeld 17% koolhydraten, 3% eiwitten en 1% vetten. Zijn mineralen grondstoffen voor de opbouw van maïskorrels? En zijn suikers grondstoffen voor de opbouw van maïskorrels?
A
geen van beide
B
alleen mineralen
C
alleen suikers
D
zowel mineralen
als suikers
Slide 2 - Quiz
Een maiskorrel ontkiemt in de grond.
Welke twee stoffen neemt de maiskorrel uit de omgeving op, vóórdat het kiemplantje boven de grond komt?
A
Glucose en koolstofdioxide.
B
Koolstofdioxide en water.
C
Water en zuurstof.
D
Zuurstof en glucose.
Slide 3 - Quiz
Hoe heet het proces waarbij energierijke organische stoffen worden omgezet in anorganische stoffen?
A
Assimilatie.
B
Fotosynthese.
C
Verbranding.
Slide 4 - Quiz
Op welke manier worden de zaden van de paardenbloem verspreid?
A
Door de plant zelf
B
Door dieren
C
Door de wind
Slide 5 - Quiz
Eiwitten en mineralen Milan zegt dat het verstandig is om maisplanten te bemesten met eiwitten en mineralen. Heeft hij gelijk?
A
Ja, een plant kan eiwitten en mineralen opnemen
B
Nee, een plant kan alleen mineralen opnemen
C
Nee, een plant kan alleen eiwitten opnemen.
D
Nee, een plant kan geen mineralen en eiwitten opnemen.
Slide 6 - Quiz
In de afbeelding zie je zegekruid. In de bladeren wordt glucose gemaakt.
Planten kunnen glucose omzetten in andere energierijke stoffen zoals koolhydraten.
-->Welke stof is een koolhydraat?
A
koolstofdioxide
B
eiwitten
C
vetten
D
zetmeel
Slide 9 - Quiz
Opperhuid
Vaatbundel
Huidmondje
Weefsel met bladgroen- korrels
Slide 10 - Drag question
Welk huidmondje hoort bij een droge omgeving en welke huidmondje hoort bij een vochtige omgeving?
Droge omgeving
Natte Omgeving
Slide 11 - Drag question
Energie rijke organische stoffen worden afgebroken:
Energie rijke organische stoffen worden opgebouwd:
Verbranding
Assimilatie
Slide 12 - Drag question
Planten kunnen glucose omzetten in andere energierijke stoffen.
Welke stof is energierijk?
A
koolstofdioxide
B
eiwit
C
water
Slide 13 - Quiz
In de afbeelding zie je een proefopstelling met vier reageerbuizen. De buizen bevatten allemaal water en staan in het licht. In buis 2 en 4 zit een slak, in buis 3 en 4 zit een waterplant. Verder zijn er geen verschillen.
In welke buis zal na een uur het koolstofdioxidegehalte het hoogst zijn?
A
Buis 1
B
Buis 2
C
Buis 3
D
Buis 4
Slide 14 - Quiz
Waar vindt meiose plaats?
Meiose
Meiose
Slide 15 - Drag question
Leerdoelen:
* Je kunt de verschillende stadia van groei en ontwikkeling bij een zaadplant benoemen.
* Je kunt de verschillende onderdelen van een zaad benoemen en weet de funtie.
* Je kent het verschil tussen eenjarige-, tweejarige-, en meerjarige planten.
Slide 16 - Slide
Basisstof 7: ontkieming, groei en ontwikkeling
Slide 17 - Slide
Wat zie je hier? Ontkieming, groei of ontwikkeling?
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Wortelrozet
en afsterven in
de wintertijd.
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
1. Welk deel krijgt stevigheid door de aanwezigheid van cellulose en houtstof in de celwanden?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Deel 4
Slide 28 - Quiz
2. Welk weefsel vervoert water van de wortels, via de stengels naar de bladeren?
A
Deel 1
B
Deel 2
C
Deel 3
D
Deel 4
Slide 29 - Quiz
A
voorjaarsbloeier
B
klimplant
C
wortelrozet
D
woestijnplant
Slide 30 - Quiz
Bloemen zijn organen van planten
A
juist
B
onjuist
Slide 31 - Quiz
Sleep de kaartjes
naar de goede plek
Wortel
Bloem
Blad
Stengel
Slide 32 - Drag question
Welke organismen doen aan verbranding?
A
Planten en dieren
B
Bacteriën en schimmels
C
Alleen planten
D
Alles wat leeft (alle 4 de rijken)
Slide 33 - Quiz
Bij kaardenbollen verloopt de levenscyclus als volgt: 1 In het voorjaar ontkiemt het zaad en groeit de plant. 2 In de zomer en het najaar vormt de plant reservevoedsel. 3 In de winter zie je bovengronds alleen de wortelrozet. 4 In het voorjaar groeit de plant weer. 5 In de zomer groeien er bloemen, vruchten en zaden. 6 In de winter sterft de plant. --- 11. Wat voor soort plant is de kaardenbol?
A
Een eenjarige plant
B
Een tweejarige plant
C
Een meerjarige plant
Slide 34 - Quiz
Aan de slag
Maak: Bs 5: 1 t/m 4
Bs 6: 1 t/m 4
Eerder klaar:
oefenen op biologiepagina.nl
timer
5:00
Slide 35 - Slide
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
1.7. Ontkieming, groei en ontwikkeling
Lees 1.7. vanaf blz. 39 en maak opdracht 65 t/m 72.
Slide 38 - Slide
Slide 39 - Video
Herhaling
- bestuiving
- bevruchting
Slide 40 - Slide
Sleep de onderdelen
naar de juiste plek.
Stuifmeelkorrel
Stuifmeelbuis
stijl
eicel
Slide 41 - Drag question
Onderdeel
Na bevruchting...
Eicel
Zaadbeginsel
Vruchtbeginsel
Kroonbladeren
Meeldraden
Kelkbladeren
Kiemplantje
Zaad
Vrucht(vlees)
Vallen af
Verschrompelen
Verschrompelen
Slide 42 - Drag question
Welk type plant ontkiemt, bloeit en sterft in hetzelfde jaar?
A
Eenjarige plant
B
Tweejarige plant
C
Meerjarige plant
Slide 43 - Quiz
Een eikenboom is een voorbeeld van een
A
eenjarige plant
B
tweejarige plant
C
meerjarige plant
Slide 44 - Quiz
Welk type plant ontkiemt, bloeit en sterft in hetzelfde jaar?