Samenvatting PTA

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Hoe heet het mannelijk voortplantingsorgaan van de maisplant?

1. Stamper
2. Meeldraad

De meeldraden van de maisplant hangen ver buiten de bloem. Dit is een eigenschap van een ...

1. insectenbloem.
2. windbloem.

Dit betekent dat bestuiving plaatsvindt door de wind. Wat betekent bestuiving?

Noem andere kenmerken van een windbloem.

Een maiskolf zit vol maiskorrels. Elke maiskorrel is een ...

1. zaad.
2. zaadbeginsel.
3. vruchtbeginsel.

Elke maiskorrel is ontstaan uit een ...

1. zaad.
2. zaadbeginsel.
3. vruchtbeginsel.

Bij mais heeft elke stijl meerdere stempels. Aan de onderkant van elke stijl zit het ... met meerdere eicellen.

1. zaad
2. zaadbeginsel
3. vruchtbeginsel

Het ... groeit uit tot de maiskolf.

1. zaad
2. zaadbeginsel
3. vruchtbeginsel

Vruchten en zaden kunnen op verschillende manieren verspreid worden. Noem een manier.

Een maiskorrel ontkiemt in de grond. Welke twee stoffen neemt de maiskorrel uit de omgeving op, voordat het kiemplantje boven de grond komt?

1. Zuurstof en glucose.
2. Water en zuurstof.
3. Koolstofdioxide en water.
4. Glucose en koolstofdioxide.

In een plant bevinden zich vaatbundels. Uit welke twee typen vaten bestaan vaatbundels?

Welke type vaten vervoert vooral water en energierijke stoffen?

1. Bastvaten.
2. Houtvaten.

Wat vervoeren houtvaten vooral?
In welke richting vervoeren houtvaten deze stoffen?

Welk proces wordt hier weergegeven?
glucose + zuurstof -> koolstofdioxide + water + energie

1. Fotosynthese.
2. Verbranding.

Bij welk proces worden energiearme stoffen omgezet in energierijke stof?

1. Fotosynthese.
2. Verbranding.

Geef het proces fotosynthese schematisch weer.

In welke buis neemt de hoeveelheid
koolstofdioxide het eerste half uur van de
proef zeker toe?

1. In de buizen 1 en 3.
2. In de buizen 2 en 3.
3. Alleen in buis 1.
4. Alleen in buis 2.