Maken 1 t/m 7 (blz 18) Klaar? test jezelf
Ademhalingsstelsel: inademen en uitademen. Zuurstof verversen voor je organen.
Middenrif: de spier tussen de borstholte en de buikholte.
Neusslijmvlies: vochtige slijmlaag in de neusholte.
Trilharen: verplaatsen het slijm met de stofdeeltjes naar de keelholte.
Huig: klepje dat de neusholte afsluit als je voedsel inslikt.
Strotklepje: klepje dat de luchtpijp afsluit als je voedsel inslikt.
Luchtpijp: holle buis waardoor lucht naar de longen stroomt.
Bronchiën: vertakkingen van de luchtpijp.
Longblaasjes: deel van de longen waar zuurstof wordt opgenomen in het bloed