10.5-1 Bloedvaten 5V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.5 Bloedvaten
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.5 Bloedvaten

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Kijk naar 
BINAS 83D


Waarom is het voor het ongeboren 
kind handig dat de grafiek anders 
loopt dan voor een volwassene?

Slide 3 - Slide

Kijk naar 
BINAS 83D

Myoglobine is het eiwit dat ín de
spiervezels zuurstof kan binden.
Verklaar waarom deze lijn anders
loopt dan die voor hemoglobine.

Slide 4 - Slide

Doel 10.5 deel 1
12. Je beschrijft de bloedstolling.

13. Je beschrijft hoe in de haarvaten weefselvloeistof ontstaat.
14. Je beschrijft de bouw en functie van het lymfesysteem.






Slide 5 - Slide

Doel 10.5 
12. Je beschrijft de bloedstolling.






Slide 6 - Slide

Stollingsfactoren
I t/m XII

Cascade

Fibrine-draden: stolsel

Slide 7 - Slide

Weefselherstel
1. Celdeling: nieuw weefsel (incl nieuwe bloedvatwandcellen)
2. Enzym lost fibrinedraden op

Littekenweefsel: herstel ging gepaard met de aanmaak van veel collageenvezels en een onregelmatge weefselstructuur. Minder elasticiteit.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Vragen (zelfstandig)
antitrombine remt de afbraak van fibrinedraden juist/onjuist?





Slide 10 - Slide

Doel 10.5 
13. Je beschrijft hoe in de haarvaten weefselvloeistof ontstaat.
14. Je beschrijft de bouw en functie van het lymfesysteem.





Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Uitwisseling met weefsels
Bij de haarvaten vindt de uitwisseling van stoffen plaats tussen bloed en weefsel.
De bloeddruk perst een deel van het bloedplasma tussen de endotheelcellen en door de poriën (indien aanwezig) het weefsel in.
Bloedplasma buiten bloedvaten heet weefselvloeistof.

Slide 13 - Slide

Uitwisseling met weefsels

Slide 14 - Slide

Uitwisseling met weefsels
De bloeddruk neemt af van 4,6 kPa naar 2,3 kPa tussen begin en eind haarvat.

Slide 15 - Slide

Uitwisseling met weefsels
In het bloed achtergebleven eiwitten (te groot om het bloedvat te verlaten) zorgen voor een colloïd osmotische druk.

Slide 16 - Slide

Wat was osmose ook alweer?

Slide 17 - Slide

Uitwisseling met weefsels
Het verschil tussen de bloeddruk (BD) en de Colloïd Osmotische Druk (COD) levert de netto filtratiedruk (NFD).

Slide 18 - Slide

Uitwisseling met weefsels
Deze NFD zorgt er voor dat veel weefselvloeistof aan het einde van een haarvat weer terugstroomt het haarvat in (met afvalstoffen, CO2).

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Uitwisseling met weefsels
Dagelijks ongeveer 20L van bloedplasma -> weefselvloeistof. Ongeveer 10% blijft achter in de weefsels.
Het lymfesysteem zorgt er voor dat deze weefselvloeistof weer terug komt in de bloedbaan

Slide 22 - Slide

Lymfesysteem
Weefselvloeistof wordt
verzameld in lymfevaten.
Het heet dan lymfe.

Slide 23 - Slide

Lymfesysteem
Lymfevaten hebben
kleppen om te zorgen
dat de lymfe de goede
kant op stroomt.

Slide 24 - Slide

Lymfesysteem
Via de borstbuis bij de sleutel-
beenader weer het bloed
in.

Bloedplasma=weefselvloeistof
=lymfe.

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Vragen (samen)
  1. waardoor krijg je je schoenen lastig aan als                              een tijd in het vliegtuig hebt gezeten?
  2. leg uit waardoor kinderen in gebieden met          voedseltekorten vaak een dikke buik hebben
  3. mensen waarbij de lymfeknopen in de oksel preventief zijn verwijderd (borstkanker) moeten daarna vaak een strakke armkous dragen. Leg uit.  



Slide 27 - Slide

Doel 10.5 deel 2
12. Je beschrijft de bloedstolling.
13. Je beschrijft hoe in de haarvaten weefselvloeistof ontstaat.
14. Je beschrijft de bouw en functie van het lymfesysteem.





Slide 28 - Slide

Huiswerk
In de online methode/ in je boek.
Kies een leerweg.
Maak de opdrachten bij de
behandelde leerdoelen.
Maak een begrippenlijst.

Slide 29 - Slide