Pre-operationeel denken (Jean Piaget):
In deze fase zitten kleuters nog in het pre-operationele stadium, wat betekent dat hun denken vooral egocentrisch is. Ze hebben moeite om zich in te leven in de perspectieven van anderen en denken vaak in magische termen (bijv. geloven in sprookjesfiguren).
Symbolisch denken: Kleuters beginnen symbolen te gebruiken, zoals tekenen of doen alsof tijdens rollenspellen. Ze kunnen bijvoorbeeld een stok gebruiken als zwaard of een pop als baby.
Taalontwikkeling: De woordenschat van een kleuter neemt snel toe. Ze kunnen zinnen maken van vier tot vijf woorden en begrijpen steeds beter de regels van grammatica. Hun communicatie wordt complexer en ze stellen veel vragen ("Waarom?").
Taalontwikkeling:
De woordenschat van een kleuter neemt snel toe. Ze kunnen zinnen maken van vier tot vijf woorden en begrijpen steeds beter de regels van grammatica. Hun communicatie wordt complexer en ze stellen veel vragen ("Waarom?").