vragend voornaamwoord

1 / 14
next
Slide 1: Video
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Ken je de rijtjes al?
ja helemaal
ja redelijk
een beetje
niet echt
nee echt niet

Slide 2 - Poll

Vul het rijtje aan:
qui / ... / cui / quem / quo
A
quorum
B
quod
C
quibus
D
cuius

Slide 3 - Quiz

vragend vnw
bijv. vragend. vnw.
quis
quid
quae
quas
qui
quibus

Slide 4 - Drag question

Welke hoort er NIET bij?
A
qui
B
cuius
C
quod
D
quem

Slide 5 - Quiz

Hoe vertaal je:
Quem vides?

Slide 6 - Open question

Wat is het verschil met:
Quid vides?

Slide 7 - Open question

Welk rijtje gebruik je als je wil vragen welke slaaf je ziet?
A
quis
B
quid
C
qui
D
quae

Slide 8 - Quiz

Hoe maak je dan de zin:
'Welke slaaf zie jij?'

Slide 9 - Open question

Quibus verbis auxilium magistae oravistis?
A
Wie heeft met woorden de docent om hulp gevraagd?
B
Met welke woorden hebben jullie de docent om hulp gevraagd?
C
Voor welke woorden hebben docenten om hulp gevraagd?
D
Watvoor woorden gebruiken docenten om om hulp te vragen?

Slide 10 - Quiz

Quid digito tetigisti?
A
Wie heb jij met een vinger aangeraakt?
B
Met welke vinger heb jij dat aangeraakt?
C
Wat heb jij met een vinger aangeraakt?
D
Wat heeft de vinger aangeraakt?

Slide 11 - Quiz

Vertaal:
cuius pretium rogavit?
[pretium = prijs / rogare = vragen]

Slide 12 - Open question

Vertaal:
Cui puellae dona maxima dedisti?

Slide 13 - Open question

Heb je nog vragen?

Slide 14 - Open question