Paragraaf 2 Toonhoogte en frequentie

Paragraaf 2 Toonhoogte en frequentie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 2 Toonhoogte en frequentie

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat ga je leren?
8.2.1 Je kunt de drie factoren noemen die de hoogte van de toon van een snaar bepalen.
8.2.2 Je kunt uitleggen wat de frequentie is van een trilling.
8.2.3 Je kunt het verband beschrijven tussen de frequentie en de toonhoogte.
8.2.4 Je kunt in een oscilloscoopbeeld de trillingstijd van een toon bepalen.
8.2.5 Je kunt het frequentiebereik van het menselijk gehoor benoemen.
8.2.6 Je kunt de frequentie van een toon berekenen met de trillingstijd. (PLUS)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Wat is de frequentie?
A
1
B
3
C
6
D
8

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de
frequentie?
A
50Hz
B
100Hz
C
500Hz
D
1000Hz

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is frequentie?
A
Het aantal trillingen op het scherm
B
Het aantal trillingen in een seconde
C
De hoogte van het geluid
D
Hoe vaak gebeurt iets

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de frequentie?
A
f = 400 Hz
B
f = 200 Hz
C
f = 0,4 Hz
D
f = 0,2 Hz

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Wat is de
frequentie?
A
5Hz
B
50Hz
C
500Hz
D
100Hz

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Frequentie
A
A heeft een lagere frequentie, dus een hogere toon.
B
A heeft een hogere frequentie, dus een hogere toon.
C
A heeft een hogere frequentie, dus een lagere toon.
D
A heeft een lagere frequentie, dus een lagere toon.

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het symbool voor frequentie en de eenheid van de frequentie


A
L en dB
B
f en dB
C
L en Hz
D
f en Hz

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

De frequentie is
A
De tijd van 1 trilling
B
Het aantal trillingen per seconde

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions



Frequentie zegt wat over de:

Geluidssterkte meten we in:
 
Frequentie meten we in:
Sleep de begrippen naar de juiste plek.
Hertz
Decibel
Toonhoogte

Slide 12 - Drag question

De amplitude is de hoogte van de trilling en zegt iets over hoe hard het geluid is (geluidssterkte). Dit wordt gemeten in decibel. 
De trillingstijd is de tijd van één trilling, hoe groter de trillingstijd, hoe kleiner de frequentie. 
Frequentie geeft informatie over de toonhoogte (hoe groter, hoe hoger) en wordt gemeten in Hertz. 
Wat hoort bij wat?
hoge frequentie
lage frequentie

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

hoge frequentie
lage frequentie

Slide 14 - Drag question

This item has no instructions

Sleep het juiste antwoord naar de grafiek
hogere frequentie
lagere frequentie

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Bij een snaarinstrument kun je de toonhoogte veranderen. Je hebt een hogere toon bij een ........ snaar
A
korter
B
dikkere
C
strakker gespannen
D
warmere

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verander ik de toonhoogte bij een instrument?
Snaarinstrumenten
Blaasinstrumenten
Slaginstrumenten
Je maakt de toon lager door het vel strakker te spannen.  
Deze instrumenten hebben verschillende diktes bij de snaren. 
De lucht blaas je in het instrument. Als je een lage toon wilt, zijn alle gaatjes dicht. Je hebt een langere trilling. 

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Een stemvork heeft een frequentie van 400 Hz. De stemvork trilt dan:
A
400 keer per seconde
B
400 keer per minuut
C
400 keer per uur
D
400 keer per dag

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Stemvork 1 heeft een frequentie van 256 Hz, stemvork 2 heeft een frequentie van 512 Hz.
Welke stemvork heeft de hoogste toon?

A
stemvork 1
B
stemvork 2

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de tekst naar de juiste foto
Stemvork
Microfoon
Oscilloscoop

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Een oscilloscoop kan
A
geluid omzetten in een elektrisch signaal
B
een elektrisch signaal omzetten in geluid
C
werken als geluidsbox

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat meet je met een oscilloscoop?
A
Trillingen
B
Temperatuur
C
Lichtintensiteit
D
Luchtdruk

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat doet een oscilloscoop?
A
geluid opnemen
B
geluidssterkte meten
C
toonhoogtes vergelijken
D
trillingen zichtbaar maken

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Een oscilloscoop maakt geluid ...
A
Hoorbaar
B
Zichtbaar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij van het frequentie-bereik van het menselijke gehoor?
Hoorbaar voor een mens
Niet hoorbaar voor een mens
1200 Hz
16 Hz
19 000 Hz
147 500 Hz
1 Hz

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

Hoe groot is het frequentie-bereik van mensen met een normaal gehoor?
A
lager dan 14 Hz
B
hoger dan 20 000 Hz
C
tussen 14 en 14 000 Hz
D
tussen 20 en 20 000 Hz

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Klaar?
Maak nu opdracht 4, 5, 6, 10, 12, 14, 15 & 16 in je leerwerkboek op blz. 191 t/m 201.
Kijk nu je antwoorden na en verbeter met een andere kleur pen.
Maak nu test jezelf 8.1 & 8.2

Slide 28 - Slide

This item has no instructions