This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2.8
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4.
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6.
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
Slide 1 - Slide
1. Lesopening
Neem het boek van Nederlands voor je.
Laat het nog even dicht.
Slide 2 - Slide
2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
Slide 3 - Slide
Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie.
Niemand
- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag.
Iedereen
- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten.
Niemand
Slide 4 - Slide
3. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je het werkwoord in de tegenwoordige tijd (TT) op de goede manier spellen.
Slide 5 - Slide
Verdiept arrangement:
Niemand
huiswerk noteren + maken:
Les: 2.8
blz.: 69 t/m 70
opdr.: 22 t/m 25 (-24).
Slide 6 - Slide
Minicheck
Quiz mee!
Wat weet je al van de lesdoelen?
Slide 7 - Slide
Je ..... (kunnen) steeds meer online kopen.
Slide 8 - Open question
'Mijn zus ..... (kopen) altijd veilig met iDeal' zegt een ander.
Slide 9 - Open question
Schrijf de goede ik-vorm van het woord: lopen. ik .....
Slide 10 - Open question
Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
Les 2.8, blz. 69 t/m 70, opdr. 22 t/m 24
Slide 11 - Slide
4. Instructie
Lees mee op de volgende dia's.
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Slide 14 - Slide
Noteer de juiste vorm van de PV: lopen - jij/u ..........
Slide 15 - Open question
Noteer de juiste vorm van de PV: koken - hij/zij/het ..........
Slide 16 - Open question
Noteer de juiste vorm van de PV: zetten - wij ..........
Slide 17 - Open question
5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (Iedereen?
Lees en maak les 2.8, opdr. 22 t/m 24.
Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (niemand)?