H13 §13.2 Continu, discreet, nominaal en ordinaal


H13 Conclusie uit data

5HAVO wiskunde A
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson


H13 Conclusie uit data

5HAVO wiskunde A

Slide 1 - Slide

Deze periode 
H10 Verdelingen
H13 Conclusie uit data
H14 Formules herleiden

Toetsweek
PTA H10, H13, H14 (weging 35%)
120 minuten

Slide 2 - Slide

Binnen is beginnen!
1. Jas + telefoon in de kluis.
2. Spullen op tafel (Deel 2, schrift, GRM, schrijfgerei).
3. Alvast beginnen met... 
timer
15:00

Slide 3 - Slide

Deze les 

Opstart                                                                                          15 min
Uitleg                                                                                             10 min
Aan de slag                                                                                20 min
Afsluiting                                                                                      5 min

Slide 4 - Slide

Leerdoelen van deze les
  • Ik weet wat continue en discrete variabelen zijn (kwantitatief).
  • Ik weet wat nominale en ordinale variabelen zijn (kwalitatief)

Slide 5 - Slide

Soorten variabelen 
KWALITATIEF (geen getal)
- Nominale variabele 
(categorie)
- Ordinale variabele 
(categorie + volgorde)
KWANTITATIEF (getal)
- Discrete variabele 
(losse waarden)
- Continuvariabele 
(tussenliggende waarden)

Slide 6 - Slide

Kwalitatieve variabele 



De variabele hobby wordt bijvoorbeeld uitgedrukt in ‘voetbal’, ‘hockey’ en ‘paardrijden’. Hiermee kun je niet rekenen.
 

Kwalitatieve variabelen zijn variabelen waarvan we de uitkomsten niet uitdrukken in getallen, maar in woorden. 

Slide 7 - Slide

Kwalitatieve variabele 
De kwalitatieve variabelen kunnen we onderscheiden:
  • Nominale variabele (categorie)
Bijvoorbeeld het geslacht.
Deze variabele heeft twee mogelijke waarden: man of vrouw. Man en vrouw kun je zien als labels voor de twee verschillende geslachten.

  • Ordinale variabele (categorie +volgorde)
Bijvoorbeeld een werkhouding
Dit wordt beoordeeld met onvoldoende, matig, voldoende en goed.

Slide 8 - Slide

Kwantitatieve variabele 
d


De variabele schoenmaat of gewicht wordt bijvoorbeeld uitgedrukt in getallen. Hiermee kun je rekenen. 
Bij kwantitatieve variabelen drukken we de uitkomsten wel uit in getallen. 

Slide 9 - Slide

Kwantitatieve variabele 
De kwantitatieve variabelen kunnen we onderscheiden:
  • Discrete variabele (losse waarden)
Bijvoorbeeld schoenmaat, aantal kinderen in een gezin en huisnummer.

  • Continue variabele (tussenliggende waarde)
Bijvoorbeeld lengte, gewicht en tijd



Slide 10 - Slide

Variabele: leeftijd
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 11 - Quiz

Variabele: geslacht
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 12 - Quiz

Variabele: leerling nummer
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 13 - Quiz

Variabele: voetlengte
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 14 - Quiz

Variabele: schoenmaat
A
Nominaal
B
Ordinaal
C
Discreet
D
Continu

Slide 15 - Quiz

Nu zelf...

Slide 16 - Slide

.

          Standaard: Maak 9,11,12,13
          Creatief: Bedenk zelf opdr.
          Uitdaging:Examenopgave 
      Zie planner of teams
      20 min
      Klaar? Vraag om een post-it
      Ma 16 dec. 2024: Hw af!


      
             Vraag/theorie nog eens lezen   

             Vraag je team om hulp
          
              Vraag de docent om hulp



Aan de slag
Heb je vragen?
1
timer
25:00
fluisteren
2
3

Slide 17 - Slide

Maandag 16 december - 
§13.1 opdracht 2 t/m 5 af!


Slide 18 - Slide

Planning lesstof - havo 1
H9 Lineaire en exponentiële formules 
Paragraaf
Wat ga je leren?
§10.1 Normale verdeling
Hoe je een deel van een hoveelheid berekent.
Hoe je breuken met elkaar vermenigvuldigt.
Wat absolute en relatieve gegevens zijn.
Hoe je getallen afrondt.
§
Hoe je met tijd, afstand en snelheid rekent.
§12.5 Grote en kleine getallen
Wat de standaardvorm ofwel de wetenschappelijke notatie is.

Slide 19 - Slide

Je leert 
...wat je goed hebt gedaan en wat beter kan door je huiswerk na te kijken.

Kijk de opdrachten van week 2 na.

Klaar? 
Bekijk week(taak)3 en ga aan de slag. 
Nakijken + huiswerkcheck
In stilte
/
timer
15:00

Slide 20 - Slide

Variabele kwalitatief of kwantitatief?





Dit gaan we nu uitbreiden!

Slide 21 - Slide

13.2 Nominaal, ordinaal, discreet en continu
Variabele kwalitatief of kwantitatief?
Nominaal
Ordinaal
Discreet
Continu

Slide 22 - Slide

13.2 Nominaal, ordinaal, discreet en continu






Volgorde:                                                                              Tussenliggende waardes:
niet                           wel                                                                  Nee                       Ja
Nominaal
Ordinaal
Discreet
Continu

Slide 23 - Slide