Visualiseren

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 1

De woordparentest

• Pak een leeg blaadje erbij en

nummer van 1 t/m 10

• Er verschijnen zo één voor één 

10 woordparen

• Onthoud de woordparen

• Lees de instructie op de slide voor en klik door naar de volgende slide.

• Speel het filmpje af.

• Speel het filmpje af.

Kijk je antwoorden na

1. Strandbal - Vliegtuig        6. Olifant - Vinger   

2. Chinees - Cadeau              7. Chips - Foto         

3. Stift - Bank                          8. Rood - Leeuw     

4. Wortel - Leraar                   9. Badkamer - Fles

5. Kussen - Zonnebloem   10. Kwast - Yoghurt

• Laat de leerlingen hun antwoorden op de woorparentest nakijken.

Hoeveel woordparen had je goed?

• Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Wat heb je gedaan om de
woordparen te onthouden?

• Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
• Vraag door op een aantal verschillende 'technieken'.

Extra informatie

Leerlingen zijn zich vaak niet bewust van het feit dat ze een strategie of techniek toepassen als ze onthouden. Hun huidige aanpak is zo'n sterke gewoonte geworden dat ze zich niet meer bewust zijn van de andere opties die ze hebben om iets te onthouden. Door hierover met de leerlingen in gesprek te gaan worden ze zich bewust van het feit dat er meer mogelijk is dan ze nu denken en dat andere leerlingen andere (misschien wel betere) strategieën gebruiken. Voor meer onthoud-technieken raden we Joshua Foer's boek 'Het Geheugenpaleis' aan als naslagwerk.

Denken in plaatjes 

Jouw hersenen zijn ontzettend 

goed in het bedenken van plaatjes.

Stel je eens een gereedschapskist voor.

• Lees de slide voor en klik door naar de volgende slide.

Welke kleur heeft
jouw gereedschapskist?

• Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.

Denken in plaatjes 

We kunnen heel veel 

informatie opslaan door 

te denken in plaatjes. 

• Lees de tekst op de slide voor.

Extra informatie

We zijn ontzettend goed in het verwerken van visuele informatie. Het gaat automatisch, daarom hebben de gereedschapskisten van de leerlingen verschillende kleuren. Het woord gereedschapskist roept bij verschillende leerlingen verschillende beelden op. Dit gaat vanzelf en duurt meestal nog geen seconde. Aan de andere kant zou het beschrijven van de precieze gereedschapskist lang duren, en dan is het nog de vraag of iemand wel alle details onthouden heeft. Er zit waarheid in het gezegde: "Een foto zegt duizend woorden".

Hoe gekker hoe beter

Hoe opvallender het beeld, hoe 

makkelijker je hem onthoudt. 

Maak het plaatje dus groot, 

grappig, sexy of bizar!

• Lees de tekst op de slide voor en klik hem door.

We gaan het uitproberen

Pas het plaatjes bedenken nu toe 

op woordparentest 2.

Deze test is twee keer 

zo lang als de eerste. 

• Lees de tekst op de slide voor.
• De leerlingen hebben hiervoor weer een leeg blaadje nodig.

Drie tips

                   1. Maak van de twee woorden één 

                      plaatje in je hoofd.

                   2. Maak je plaatje opvallend.

                   3. Herhaal NIET.

• Lees de tekst op de slide voor.

0

• Speel het filmpje af.

• Speel het filmpje af.
• Mochten er positieve reacties komen van de leerlingen geef hier dan de ruimte voor, dit kan echt een sterke succeservaring zijn.

                   

                                   

                         1. Zon - Kat  

                         2. Appel - Gras   

                         3. Melk - zonnebrand                                     4. Schoen - Rapper   

                         5. Plank - Boot     

                         6. Bal - Vrachtwagen                                     7. Banaan - Hamer 

                         8. Italiaan - Slang  

                         9. Winkel - Theepot  

                         10. Pindakaas - Stoel 

11. Koning - Snor

12. Dief - Racewagen

13. Nagel - Zonnebloem

14. Kasteel - Feesthoed

15. Batterij - Bed

16. Ninja - Maan

17. Explosie - Watermeloen

18. Ketting - Schaar

19. Broccoli - Boom

20. Sinaasappel - President

Kijk je antwoorden na

• Laat de leerlingen hun antwoorden nakijken.

Hoeveel woordparen
had je dit keer goed?

• Laat leerlingen de vraag beantwoorden.

Had je bij test 2 meer
woordparen goed dan bij test 1?

• Laat leerlingen de vraag beantwoorden.

Hoe zou je het plaatjes
maken kunnen toepassen
op je schoolwerk?

• Laat leerlingen de vraag beantwoorden.