This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 7 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Leerdoelen
In deze les leer je...
waarom je makkelijker informatie onthoudt door te associëren en te visualiseren.
hoe je visualiseren kunt toepassen om informatie te onthouden.
hoe je levendige visualisaties kan bedenken.
Slide 2 - Slide
This item has no instructions
De woordparentest
Pak een leeg blaadje erbij en
nummer van 1 t/m 10
Er verschijnen zo één voor één
10 woordparen
Onthoud de woordparen
Slide 3 - Slide
Lees de instructie op de slide voor en klik door naar de volgende slide.
Slide 4 - Video
Speel het filmpje af.
Slide 5 - Video
Speel het filmpje af.
Kijk je antwoorden na
1. Strandbal - Vliegtuig 6. Olifant - Vinger
2. Chinees - Cadeau 7. Chips - Foto
3. Stift - Bank 8. Rood - Leeuw
4. Wortel - Leraar 9. Badkamer - Fles
5. Kussen - Zonnebloem 10. Kwast - Yoghurt
Slide 6 - Slide
Laat de leerlingen hun antwoorden op de woorparentest nakijken.
Hoe ging het onthouden van de woordparen?
😒🙁😐🙂😃
Slide 7 - Poll
Vraag een aantal leerlingen om toelichting te geven op hun antwoord.
Wat heb je gedaan om de woordparen te onthouden?
Slide 8 - Mind map
Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Vraag door op een aantal verschillende 'technieken'.
Extra informatie
Leerlingen zijn zich vaak niet bewust van het feit dat ze een strategie of techniek toepassen als ze onthouden. Hun huidige aanpak is zo'n sterke gewoonte geworden dat ze zich niet meer bewust zijn van de andere opties die ze hebben om iets te onthouden. Door hierover met de leerlingen in gesprek te gaan worden ze zich bewust van het feit dat er meer mogelijk is dan ze nu denken en dat andere leerlingen andere (misschien wel betere) strategieën gebruiken. Voor meer onthoud-technieken raden we Joshua Foer's boek 'Het Geheugenpaleis' aan als naslagwerk.
Slide 9 - Video
Speel het filmpje af.
Vraag eventueel aan een aantal leerlingen wat zij graag beter zouden willen onthouden.
Associëren...
Is het aan elkaar koppelen
van informatie. Dit kunnen je
hersenen ontzettend goed!
Denk eens aan een bakker...
Slide 10 - Slide
Extra informatie:
De hersenen leggen van nature allemaal verbindingen tussen informatie. Dit kan gaan om feitelijke kennis maar ook over emoties of zintuigelijke waarnemingen zoals beelden, geuren en geluiden. Hoe meer informatie er aan iets is gekoppeld hoe "belangrijker" het als het ware is voor je brein, waardoor je het makkelijker onthoudt. Door meer associaties te maken vergroot je de kans om informatie van je korte termijngeheugen naar je lange termijngeheugen over te brengen.
Wat voor informatie komt er allemaal in je op?
Slide 11 - Mind map
Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Associëren
Je hersenen maken vaak automatisch
allemaal associaties. Hoe meer informatie je
aan iets koppelt, hoe makkelijker
je het onthoudt! Je kan al je zintuigen
gebruiken om associaties te maken.
Slide 12 - Slide
Meer informatie:
Onderzoekers verdeelden deelnemers in twee groepen en lieten beide groepen een foto van een persoon zien. Tegen de ene groep zeiden ze dat dit een bakker was en tegen de andere groep werd gezegd dat deze persoon de achternaam "Bakker" had. Na een aantal dagen bleek de eerste groep veel beter te hebben onthouden dat de persoon een bakker was, dan dat de tweede groep de naam "Bakker" had onthouden. Dit komt omdat mensen bij een beroep veel meer associaties maken dan bij een onbekende naam. Dit onderzoek laat zien dat hoe meer informatie je aan iets koppelt, hoe groter de kans is dat je het ook daadwerkelijk onthoudt.
Visueel denken
Je hersenen zijn ontzettend goed
in het bedenken en onthouden van
plaatjes.
Hoe gekker en groter het plaatje is,
hoe makkelijker je het onthoudt.
Slide 13 - Slide
This item has no instructions
Denken in plaatjes
Het bedenken van een beeld
is een sterke manier van associëren.
Je hersenen zijn namelijk ontzettend
goed in het bedenken
en onthouden van plaatjes.
Stel je eens een gereedschapskist voor.
Slide 14 - Slide
This item has no instructions
Welke kleur heeft jouw gereedschapskist?
Slide 15 - Mind map
Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Denken in plaatjes
We kunnen heel veel
informatie opslaan door
te denken in plaatjes.
Slide 16 - Slide
Lees de tekst op de slide voor.
Extra informatie
We zijn ontzettend goed in het verwerken van visuele informatie. Het gaat automatisch, daarom hebben de gereedschapskisten van de leerlingen verschillende kleuren. Het woord gereedschapskist roept bij verschillende leerlingen verschillende beelden op. Dit gaat vanzelf en duurt meestal nog geen seconde. Aan de andere kant zou het beschrijven van de precieze gereedschapskist lang duren, en dan is het nog de vraag of iemand wel alle details onthouden heeft. Er zit waarheid in het gezegde: "Een foto zegt duizend woorden".
Hoe gekker hoe beter
Hoe opvallender het beeld, hoe
makkelijker je hem onthoudt.
Maak het plaatje dus groot,
grappig, sexy of bizar!
Slide 17 - Slide
Lees de tekst op de slide voor en klik hem door.
We gaan het uitproberen
Pas het plaatjes bedenken nu toe
op woordparentest 2.
Deze test is twee keer
zo lang als de eerste.
Slide 18 - Slide
Lees de tekst op de slide voor.
De leerlingen hebben hiervoor weer een leeg blaadje nodig.
Drie tips
1. Maak van de twee woorden één
plaatje in je hoofd.
2. Maak je plaatje opvallend.
3. Herhaal NIET.
Slide 19 - Slide
Lees de tekst op de slide voor.
0
Slide 20 - Video
Speel het filmpje af.
Slide 21 - Video
Speel het filmpje af.
Mochten er positieve reacties komen van de leerlingen geef hier dan de ruimte voor, dit kan echt een sterke succeservaring zijn.
1. Zon - Kat
2. Appel - Gras
3. Melk - zonnebrand 4. Schoen - Rapper
5. Plank - Boot
6. Bal - Vrachtwagen 7. Banaan - Hamer
8. Italiaan - Slang
9. Winkel - Theepot
10. Pindakaas - Stoel
11. Koning - Snor
12. Dief - Racewagen
13. Nagel - Zonnebloem
14. Kasteel - Feesthoed
15. Batterij - Bed
16. Ninja - Maan
17. Explosie - Watermeloen
18. Ketting - Schaar
19. Broccoli - Boom
20. Sinaasappel - President
Kijk je antwoorden na
Slide 22 - Slide
Laat de leerlingen hun antwoorden nakijken.
Had je bij test 2 meer woordparen goed dan bij test 1?
Ja
Nee
Slide 23 - Poll
This item has no instructions
Hoe zou je het plaatjes maken kunnen toepassen op je schoolwerk?
Slide 24 - Open question
Vraag aan een aantal leerlingen om een toelichting te geven op hun antwoord.
Rijtjes onthouden
1. Mond
2. Keel
3. Slokdarm
4. Maag
5. Twaalfvingerige darm
6. Dunne darm
7. Dikke darm
8. Endeldarm
timer
0:25
Slide 25 - Slide
Zet de timer aan.
Ga naar de volgende slide zodra de timer afloopt.
Slide 26 - Video
Speel het filmpje af.
Extra informatie
Dit filmpje is er zodat de vergeetcurve in werking wordt gezet. In het boek 'Het geheugenpaleis' schrijft Joshua over de vergeetcurve. Als je iets nieuws leert, waarop vervolgens andere informatie in je op neemt, zal je herinnering van het eerste verslappen. Na één uur ben je 50% nieuwe informatie vergeten als je het niet herhaalt.
Wat is de volgorde van het spijsverteringsstelsel?
Slide 27 - Open question
Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Hoe ging het onthouden?
A
Goed
B
Wel oké
C
Niet zo goed
D
Slecht
Slide 28 - Quiz
Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Het geheugenpaleis
In het volgende filmpje wordt
'het geheugenpaleis' uitgelegd:
een techniek die
geheugenkampioenen gebruiken
om beter te onthouden.
Slide 29 - Slide
Lees de slide voor.
Introduceer het filmpje.
Slide 30 - Video
Speel het filmpje af.
Jouw paleis bouwen
In drie stappen ga je een eigen
geheugenpaleis bouwen.
Slide 31 - Slide
Lees de slide voor.
Extra informatie
Eleanor Maguire was een neurowetenschapper die onderzocht of het werk van taxichauffeurs van Londen invloed had op het brein. Taxichauffeurs in Londen hebben een opleiding moeten volgen waar ze de locatie en verkeersrichting van alle 2500 straten, met 1400 monumenten moesten onderhouden. Eleanor kwam tot de ontdekking dat het hersengebied dat een rol speelt bij ruimtelijke navigatie 7% groter was dan normaal. Dit wijst op neuroplasticiteit van het brein. De verwachting vanuit daar was dus ook dat geheugenkampioenen een ander breinstructuur zouden hebben. Dit bleek niet zo te zijn, maar er lichten twee hersenendelen op die bij de controlegroep niet deden: Het visueel geheugen en ruimtelijke navigatie.
Stap 1: Plattegrond tekenen
Teken de plattegrondvan jouw
slaapkamer. Het hoeft niet mooi te
zijn, als jij maar weet waar alles staat.
Op de volgende slide staat
een voorbeeld.
Slide 32 - Slide
Lees de slide voor.
Klik door naar de volgende slide voor een voorbeeld en de timer.
timer
4:00
Slide 33 - Slide
Laat het voorbeeld zien.
Zet de timer aan.
Stap 2: Plekken zoeken
Zet puntjes op acht
plekken in jouw slaapkamer.
Elke plek is goed, als het maar
iets is dat er altijd staat! Denk aan
je bed, de verwarming of een poster.
Slide 34 - Slide
Lees de slide voor.
Klik door naar de volgende slide voor een voorbeeld en de timer.
Stap 3: Route maken
Hoe zou jij langs alle punten in deze
kamer lopen?
Stippel deze route uit en zorg dat je
overal maar één keer langs komt.
Nummer de plekken van 1 t/m 8.
Slide 35 - Slide
Lees de slide voor.
Klik door naar de volgende slide voor een voorbeeld en de timer.
timer
2:00
Slide 36 - Slide
Laat het voorbeeld zien.
Zet de timer aan.
Het spijsverteringsstelsel
1. Doe je ogen dicht 2. Luister naar de acht begrippen die worden opgenoemd 3. Loop langs de acht plekken in
jouw kamer en koppel ze
Slide 37 - Slide
Lees de slide voor.
Bespreek met de leerlingen of het lukte om de plaatjes te visualiseren op de plekken in de kamer.
Wat is de volgorde van het spijsverteringsstelsel?
Wat vergeten?
Dat is niet erg, schrijf op wat je nog wel weet!
Slide 38 - Open question
Laat de leerlingen de vraag invullen.
Het spijsverteringsstelsel
1. Mond
2. Keel
3. Slokdarm
4. Maag
5. Twaalfvingerige darm
6. Dunne darm
7. Dikke darm
8. Edeldarm
Slide 39 - Slide
Laat de leerlingen de plaatjes koppelen aan de juiste plekken in hun geheugenpaleis.
Wat wordt jouw experiment?
Slide 40 - Open question
Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
Rijtjes onthouden
Check de volgende slide met de volgorde van het spijsverteringsstelsel.
Onthoud de volgorde.
Kijk daarna het filmpje.
Na het filmpje kijk je hoeveel
je hebt onthouden.
Slide 41 - Slide
Lees de slide voor.
Getallen onthouden
Op de volgende slide staat een lang
getal. Probeer deze in één minuut zo
goed mogelijk te onthouden.
Slide 42 - Slide
Lees de tekst op de slide voor.
Voorbeeld
Een zwangere vrouw (3) en een giraffe (1) zitten in een zeilboot (4),