Remind Learning - Onthouden visualiseren

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Leren-lerenMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions


Leerdoelen
In deze les leer je...
  • waarom je makkelijker informatie onthoudt door te associëren en te visualiseren.
  • hoe je visualiseren kunt toepassen om informatie te onthouden.
  • hoe je levendige visualisaties kan bedenken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions



De woordparentest

  • Pak een leeg blaadje erbij en
nummer van 1 t/m 10
  • Er verschijnen zo één voor één 
10 woordparen
  • Onthoud de woordparen

Slide 3 - Slide

  • Lees de instructie op de slide voor en klik door naar de volgende slide.

Slide 4 - Video

  • Speel het filmpje af.

Slide 5 - Video

  • Speel het filmpje af.


Kijk je antwoorden na


1. Strandbal - Vliegtuig        6. Olifant - Vinger   
2. Chinees - Cadeau              7. Chips - Foto         
3. Stift - Bank                          8. Rood - Leeuw     
4. Wortel - Leraar                   9. Badkamer - Fles
5. Kussen - Zonnebloem   10. Kwast - Yoghurt

Slide 6 - Slide

  • Laat de leerlingen hun antwoorden op de woorparentest nakijken.


Hoe ging het onthouden van
de woordparen?




😒🙁😐🙂😃

Slide 7 - Poll

  • Vraag een aantal leerlingen om toelichting te geven op hun antwoord.
Wat heb je gedaan om de
woordparen te onthouden?

Slide 8 - Mind map

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Vraag door op een aantal verschillende 'technieken'.
Extra informatie
Leerlingen zijn zich vaak niet bewust van het feit dat ze een strategie of techniek toepassen als ze onthouden. Hun huidige aanpak is zo'n sterke gewoonte geworden dat ze zich niet meer bewust zijn van de andere opties die ze hebben om iets te onthouden. Door hierover met de leerlingen in gesprek te gaan worden ze zich bewust van het feit dat er meer mogelijk is dan ze nu denken en dat andere leerlingen andere (misschien wel betere) strategieën gebruiken. Voor meer onthoud-technieken raden we Joshua Foer's boek 'Het Geheugenpaleis' aan als naslagwerk.

Slide 9 - Video

  • Speel het filmpje af.
  • Vraag eventueel aan een aantal leerlingen wat zij graag beter zouden willen onthouden. 


Associëren... 

Is het aan elkaar koppelen 
van informatie. Dit kunnen je 
hersenen ontzettend goed! 

Denk eens aan een bakker...

Slide 10 - Slide

Extra informatie: 
De hersenen leggen van nature allemaal verbindingen tussen informatie. Dit kan gaan om feitelijke kennis maar ook over emoties of zintuigelijke waarnemingen zoals beelden, geuren en geluiden. Hoe meer informatie er aan iets is gekoppeld hoe "belangrijker" het als het ware is voor je brein, waardoor je het makkelijker onthoudt. Door meer associaties te maken vergroot je de kans om informatie van je korte termijngeheugen naar je lange termijngeheugen over te brengen.  

Wat voor informatie
komt er allemaal in je op?

Slide 11 - Mind map

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Associëren 


Je hersenen maken vaak automatisch
allemaal associaties. Hoe meer informatie je
aan iets koppelt, hoe makkelijker
je het onthoudt! Je kan al je zintuigen 
gebruiken om associaties te maken.

Slide 12 - Slide

Meer informatie: 
Onderzoekers verdeelden deelnemers in twee groepen en lieten beide groepen een foto van een persoon zien. Tegen de ene groep zeiden ze dat dit een bakker was en tegen de andere groep werd gezegd dat deze persoon de achternaam "Bakker" had.  Na een aantal dagen bleek de eerste groep veel beter te hebben onthouden dat de persoon een bakker was, dan dat de tweede groep de naam "Bakker" had onthouden. Dit komt omdat mensen bij een beroep veel meer associaties maken dan bij een onbekende naam. Dit onderzoek laat zien dat hoe meer informatie je aan iets koppelt, hoe groter de kans is dat je het ook daadwerkelijk onthoudt. 


Visueel denken

Je hersenen zijn ontzettend goed
in het bedenken en onthouden van
plaatjes.

Hoe gekker en groter het plaatje is, 
hoe makkelijker je het onthoudt.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions



Denken in plaatjes 

Het bedenken van een beeld
is een sterke manier van associëren. 
Je hersenen zijn namelijk ontzettend 
goed in het bedenken
en onthouden van plaatjes. 

Stel je eens een gereedschapskist voor.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke kleur heeft
jouw gereedschapskist?

Slide 15 - Mind map

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Denken in plaatjes 

We kunnen heel veel 
informatie opslaan door 
te denken in plaatjes. 

Slide 16 - Slide

  • Lees de tekst op de slide voor.
Extra informatie
We zijn ontzettend goed in het verwerken van visuele informatie. Het gaat automatisch, daarom hebben de gereedschapskisten van de leerlingen verschillende kleuren. Het woord gereedschapskist roept bij verschillende leerlingen verschillende beelden op. Dit gaat vanzelf en duurt meestal nog geen seconde. Aan de andere kant zou het beschrijven van de precieze gereedschapskist lang duren, en dan is het nog de vraag of iemand wel alle details onthouden heeft. Er zit waarheid in het gezegde: "Een foto zegt duizend woorden".


Hoe gekker hoe beter

Hoe opvallender het beeld, hoe 
makkelijker je hem onthoudt. 
Maak het plaatje dus groot, 
grappig, sexy of bizar!

Slide 17 - Slide

  • Lees de tekst op de slide voor en klik hem door.


We gaan het uitproberen

Pas het plaatjes bedenken nu toe 
op woordparentest 2.
Deze test is twee keer 
zo lang als de eerste. 

Slide 18 - Slide

  • Lees de tekst op de slide voor.
  • De leerlingen hebben hiervoor weer een leeg blaadje nodig.


Drie tips

                   1. Maak van de twee woorden één 
                      plaatje in je hoofd.
                   2. Maak je plaatje opvallend.
                   3. Herhaal NIET.

Slide 19 - Slide

  • Lees de tekst op de slide voor.
0

Slide 20 - Video

  • Speel het filmpje af.

Slide 21 - Video

  • Speel het filmpje af.
  • Mochten er positieve reacties komen van de leerlingen geef hier dan de ruimte voor, dit kan echt een sterke succeservaring zijn.


                   
                                   
                         1. Zon - Kat  
                         2. Appel - Gras   
                         3. Melk - zonnebrand                                     4. Schoen - Rapper   
                         5. Plank - Boot     
                         6. Bal - Vrachtwagen                                     7. Banaan - Hamer 
                         8. Italiaan - Slang  
                         9. Winkel - Theepot  
                         10. Pindakaas - Stoel 




11. Koning - Snor
12. Dief - Racewagen
13. Nagel - Zonnebloem
14. Kasteel - Feesthoed
15. Batterij - Bed
16. Ninja - Maan
17. Explosie - Watermeloen
18. Ketting - Schaar
19. Broccoli - Boom
20. Sinaasappel - President

Kijk je antwoorden na

Slide 22 - Slide

  • Laat de leerlingen hun antwoorden nakijken.


Had je bij test 2 meer woordparen
goed dan bij test 1?
Ja
Nee

Slide 23 - Poll

This item has no instructions



Hoe zou je het plaatjes maken
kunnen toepassen op je schoolwerk?

Slide 24 - Open question

  • Vraag aan een aantal leerlingen om een toelichting te geven op hun antwoord.


Rijtjes onthouden

1. Mond 
2. Keel
3. Slokdarm
4. Maag


5. Twaalfvingerige darm
6. Dunne darm
7. Dikke darm
8. Endeldarm
timer
0:25

Slide 25 - Slide

  • Zet de timer aan.
  • Ga naar de volgende slide zodra de timer afloopt.

Slide 26 - Video

  • Speel het filmpje af.
Extra informatie
Dit filmpje is er zodat de vergeetcurve in werking wordt gezet. In het boek 'Het geheugenpaleis' schrijft Joshua over de vergeetcurve. Als je iets nieuws leert, waarop vervolgens andere informatie in je op neemt, zal je herinnering van het eerste verslappen. Na één uur ben je 50% nieuwe informatie vergeten als je het niet herhaalt.


Wat is de volgorde van het
spijsverteringsstelsel?

Slide 27 - Open question

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.


Hoe ging het onthouden?
A
Goed
B
Wel oké
C
Niet zo goed
D
Slecht

Slide 28 - Quiz

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.