Hoofdstuk 1

Bedrijfseconomie
vwo
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 40 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Bedrijfseconomie
vwo

Slide 1 - Slide

Even voorstellen
Marijke van der Weijden

Docent economie en bedrijfseconomie, vestiging Zaandam en Alkmaar

Bereikbaarheid:

m.vanderweijden@talland.nl
of 
Teams

Slide 2 - Slide

Telefoonbeleid
Tijdens mijn uitleg wil ik de telefoon niet zien!

Telefoonzak of ergens anders. 

Zie ik de telefoon wel moet je het lokaal verlaten!!!!

Slide 3 - Slide

Lesplan
  • kennismaking
  • algemene uitleg over jaarverloop (pta)
  • uitleg over lesopbouw
  • hoofdstuk 1 Bedrijfseconomie in balans

Slide 4 - Slide

Kennismaking
Schrijf op het groene en oranje papier je naam (voor en achternaam)

Groen papier: 
  • welk onderdeel van bedrijfseconomie vind je leuk?
  • welk onderdeel van bedrijfseconomie vind je makkelijk?

Rood papier:
welk onderdeel van bedrijfseconomie vind je moeilijk?

Slide 5 - Slide

Ronde 1
Zoek elkaar op:

studenten die (ongeveer) dezelfde onderwerpen in de bedrijfseconomie makkelijk/leuk vinden

Slide 6 - Slide

Ronde 2
Zoek elkaar op:

studenten die (ongeveer) dezelfde onderwerpen in de bedrijfseconomie moeilijk vinden

Slide 7 - Slide

Ronde 3
Zoek elkaar op:

1 student die iets moeilijk vindt en 1 student die het onderwerp makkelijk vindt

Slide 8 - Slide

PTA
In teams beschikbaar

  • 3 SE toetsen, tellen 6 x mee
  • 2 Praktische opdrachten, tellen 1 x mee

Cijfer berekening: Alle cijfers bij elkaar op tellen en delen door 20

Slide 9 - Slide

Studiewijzer
beschikbaar in teams

Slide 10 - Slide

Lesopbouw
  • terugblik op vorige lesstof
  • nieuwe lesstof
  • samen oefenen
  • zelfstandig oefenen in de les
  • huiswerk

Voor SE week ruimte om te herhalen in de lessen

Slide 11 - Slide

Teams
  • studiewijzer en pta
  • antwoordenboek
  • extra lesmateriaal
  • links naar de presentaties

  • mededelingen

Slide 12 - Slide

Materialen
- Thuis: digitale lesboeken

- In de les: schrift, pen, rekenmachine, potlood

- Voor eindexamen: examenbundel

Slide 13 - Slide

Hoofdstuk 1
procenten en promillages
eerstegraads vergelijkingen
ongewogen en gewogen gemiddelde
tabellen en grafieken
indexcijfers

Slide 14 - Slide

Begrippen
  • Brutowinst: Verschil tussen verkoopprijs en inkoopprijs.
  • Resultaat voor belasting: Brutowinst verminderd met de overige kosten.
  • Afzet: Het aantal verkochte producten.
  • Omzet: Aantal verkochte producten vermenigvuldigd met de verkoopprijs per stuk.



Slide 15 - Slide

Procenten & promillages!

Slide 16 - Slide


Promillage: per duizend

1‰ = 1/1000 = 0,001

Slide 17 - Slide

1 % van 1000 = 10

1 ‰ van 1000 = 1

Slide 18 - Slide

Oefenen


1 . 25% van € 140
2. 73% van € 120.000
3. De prijs van een TV exclusief BTW (21%) als je in de winkel € 899,- betaalt.
4. Je inkomen in 2014 steeg met 3,25% tot € 2.945,80. Hoeveel verdiende je vóór de salarisstijging?





Slide 19 - Slide

Eerstegraads vergelijking
Een vergelijking met één onbekende grootheid.

Slide 20 - Slide

Oefenen
Leila Loukili heeft een educatief terrariumpakket ontwikkeld en verkoopt deze pakketten. De verkoopprijs is € 40. De inkoopprijs is € 15. De maandelijkse kosten zijn € 1.750. Begin november heeft Leila 279 terrariumpakketten op voorraad. In de loop van november koopt zij 400 pakketten in. Eind november heeft Leila nog 183 pakketen op voorraad.

a Hoeveel terrariumpakketten moet Leila verkopen om de kosten terug te verdienen?
b Hoeveel terrariumpakketten heeft Leila in november verkocht?

Slide 21 - Slide

Ongewogen rekenkundig gemiddelde
Het ongewogen rekenkundig gemiddelde berekenen we door de waarde van de verschillende waarnemingen op te tellen en te delen door het aantal waarnemingen.

Slide 22 - Slide

Gewogen rekenkundig gemiddelde
Het gewogen gemiddelde berekenen we door de verschillende waarden van de verschillende waarnemingen te vermenigvuldigen met het gewicht en dit totaal te delen door het aantal
waarnemingen.

Slide 23 - Slide

Oefenen
In de eerste periode van het schooljaar krijgt Jan voor het vak economie alleen maar schriftelijke overhoringen. Deze so-tjes hebben allemaal dezelfde weging (1). Hij haalt achtereenvolgens de volgende cijfers: 7,5 – 6,8 – 8,0 – 5,1

a Bereken welk cijfer Jan voor economie op zijn eerste rapport krijgt.
In de tweede periode krijgt Jan ook repetities. Deze repetities tellen 2× zo zwaar als so-tjes. Ze krijgen dus een weging 2. In periode 2 haalt hij de volgende cijfers: 3,8 (so) – 6,6 (rep) – 8,0 (rep) – 7,0 (so). De school werkt met een doorlopend gemiddelde, zodat ook de cijfers uit periode 1 gewoon meetellen.
b Bereken welk cijfer Jan voor economie op zijn tweede rapport krijgt.


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Indexcijfer
Een indexcijfer is een getal dat de verhouding weergeeft tussen de waarde van een grootheid in een bepaalde periode en de waarde van die grootheid in de basisperiode.
Een indexcijfer is een verhoudingsgetal.

De waarde van de grootheid in de basisperiode stellen we op 100.


Slide 38 - Slide

Samen oefenen

Slide 39 - Slide

Zelf oefenen
Z1.1/z1.3/z1.4/z1.5

Slide 40 - Slide