H2 Dieren eten 2020

H2 Dieren eten
1 / 38
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H2 Dieren eten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe planten aan hun voedsel komen en waarom en hoe dieren dit doen.
  • Je kent de andere naam voor planteneters, diereneters en alleseters en kunt vijf voorbeelden van elke groep noemen.
  • Je kunt per groep en per dier uitleggen hoe hun gedrag en hun bouw past bij het soort voedsel dat ze eten.


Slide 2 - Slide

vervolg leerdoelen

  • Je kunt zelf op grond van gegevens wat dieren eten zelf een voedselketen en voedselweb maken van die dieren en planten.
  • Je kunt het verschil tussen producenten en consumenten uitleggen en er voorbeelden van geven.

Slide 3 - Slide

Plantaardige cel
  • In bladgroenkorrels zit chlorofyl (bladgroen)

  • In bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats: eigen energierijke voeding maken


eigen voedsel maken
Wij kunnen in ons lichaam niet ons eigen voedsel maken.
Hiervoor gaan we naar de winkel of halen we ingrediënten van het land.
Ook dieren, bacteriën en schimmels kunnen het niet. Zonder planten zouden er geen voedsel en geen zuurstof zijn!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Bladeren
huidmondjes voor fotosynthese

Slide 6 - Slide

Benodigdheden voor fotosynthese:

1. Koolstofdioxide (CO2)
2.Water (H2O)

Met behulp van:
 1. Zonlicht (rood en blauw licht)
Krijgt een plant binnen via:


  1. Huidmondjes
  2. Wortels


  1. Bladgroenkorrels

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Reactievergelijking
               zonlicht 
  • Water + koolstofdioxide  --> zuurstof + glucose

  • Planten kunnen van glucose weer andere stoffen maken.




Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Planteneters
  • Planteneters worden herbivoren genoemd.
  • Planteneters hebben een lang darmkanaal (celwand is van cellulose en moeilijk af te breken -> bacterien)
  • Planteneters hebben plooikiezen.
  • Hoektanden ontbreken.

Slide 12 - Slide

Vleeseters
  • Vleeseters worden carnivoren genoemd.
  • Vleeseters hebben een kort darmkanaal.
  • Vleeseters hebben knipkiezen.
  • Hoektanden groot, spits en scherp.

Slide 13 - Slide

Alleseters
  • Alleseters worden omnivoren genoemd
  • Darmkanaal in  in verhouding tot de lichaamslengte middellang
  • Kiezen zijn knobbelkiezen -> 'knippen' en malen
  • Hoektanden altijd aanwezig
  • Hoektanden even groot als snijtanden.

Slide 14 - Slide

Het dierengebit

Planteneters = plooikiezen


Vleeseters = knipkiezen


Alleseters = knobbelkiezen

Slide 15 - Slide

Voedselketen
Piramide: overzichtelijk weergeven van voedselweb
Alle producenten bij elkaar, alle consumenten 1e orde bij elkaar, etc.

Slide 16 - Slide

Begrippen voedselketen
Producenten: Produceren (maken)eten (planten)
Consumenten 1e orde:
eet wat de producent maakt (planteneter)
Consument 2e orde: eet de consument van de eerste orde. (vleeseters)

Slide 17 - Slide

Voedselketen
Voedselweb
(Ecosysteem)

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Magister
- Ga naar: Magister > Studiewijzers > Dieren
- Download iBook (heb je al gedaan) 
- Lees iBook H2
- Maak de vragen hieronder (in LessonUp)

Slide 20 - Slide

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
Bij de fotosynthese ontstaat alleen glucose.
B
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en koolstofdioxide.
C
Bij de fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
D
Bij de fotosynthese ontstaan water, koolstofdioxide en glucose.

Slide 21 - Quiz

Waarom is fotosynthese zo belangrijk voor andere organismen? (instinker)
A
Door fotosynthese komt er steeds nieuw voedsel op aarde.
B
Door fotosynthese wordt de lucht gezuiverd.
C
Door fotosynthese komt er energie vrij.
D
Door fotosynthese wordt koolstofdioxide verbruikt.

Slide 22 - Quiz

Voor fotosynthese is licht nodig.
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in de:
A
wortel
B
bloem
C
bladeren
D
vrucht

Slide 24 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in...
A
de bladgroenkorrels
B
cytoplasma
C
celkern
D
celmembraan

Slide 25 - Quiz

Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 26 - Quiz

Wat is een voedselweb?
A
Één voedselketen
B
Meerdere voedselketens
C
Een kringloop van voedsel

Slide 27 - Quiz

Waarmee begint een voedselketen altijd?
A
plant
B
dier
C
schimmel
D
bacterie

Slide 28 - Quiz

Herbivoren kunnen alleen consumenten van de 1ste orde zijn.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Wat is een ander woord voor vleeseter?

Slide 30 - Open question

Hoe noem je de kiezen van een omnivoor?

Slide 31 - Open question

Op welk plaatje zie je een voedselketen?
A
B
C

Slide 32 - Quiz


Hoeveel herbivoren zijn er in dit voedselweb?
A
2
B
3
C
5
D
6

Slide 33 - Quiz

Wat betekent de pijl in een voedselweb/keten?

Slide 34 - Open question

Noem uit dit voedselweb twee producenten

Slide 35 - Open question

Maak een voedselketen met dit voedselweb met 4 schakels.

Slide 36 - Open question

Samenvatten
  • Maak een tabel met alle informatie over de verschillende consumenten (planten-, dieren- en alleseter)
  • Maak een schematische tekening van de fotosynthese
  • Teken zelf een voedselweb wat in de Waddenzee voorkomt 
  • Lever als dit in via Magister - opdrachten 

Slide 37 - Slide

Klaar!!!

Slide 38 - Slide