Lezen (les 5)

Lezen les 5
Afronding lezen 1.3 en start maken met lezen 2.3
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lezen les 5
Afronding lezen 1.3 en start maken met lezen 2.3

Slide 1 - Slide

Vorige les 
  • Herhaling hoofdgedachte en tekstonderwerp. 
  • Hoofdgedachte= belangrijkste van de tekst in 1 zin samengevat
  • Tekstonderwerp vind je door de vraag te stellen: waar gaat de tekst over?

Slide 2 - Slide

Wat moet je van lezen 1.3 weten voor de toets
  • Je moet het onderwerp van een tekst kunnen vinden.
  • Je moet de hoofdgedachte van een tekst kunnen geven. 
  • Je moet weten dat een tekst uit een inleiding, een kern een slot is opgebouwd.
  • Je moet de leesstrategieën weten. Als er staat; lees tekst 1 verkennend, moet je dus weten dat je de naar de titel/plaatjes/deelonderwerpen etc. kijkt. 

Slide 3 - Slide

Wat moet je nog meer weten?

Slide 4 - Slide

Starten met 2.3 lezen 
Feiten en meningen. Wat is het verschil?

Slide 5 - Slide

feit en mening,
wat klopt?
A
een mening kun je niet bewijzen.
B
Bij een feit kan iedereen vaststellen dat het (altijd) klopt of iets echt gebeurd is.
C
Als iedereen dezelfde mening heeft is het een feit.
D
In de geschiedenis zijn geen feiten, omdat iedereen zijn eigen verhaal heeft.

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Wat is een feit?
A
een feit is altijd waar
B
een feit is altijd onwaar
C
een feit is waar en kan je controleren
D
een feit is waar of onwaar, maar je kunt het niet controleren

Slide 8 - Quiz

Wat is een mening?
A
iets wat waar is
B
iets wat je vindt
C
iets wat je kunt controleren
D
iets wat niet waar is

Slide 9 - Quiz

meningen
A
herken je aan woorden als 'omdat'.
B
herken je soms aan woorden als 'ik vind'.
C
kun je controleren

Slide 10 - Quiz

Feit of mening?
Sleep de woorden naar de juiste plaats.
Mening
Feit
Sporten is gezond.
Lionel Messi is de fanatiekste voetballer van de wereld.
Het aantal calorieën in een Snickers is 487,8.
Ik vind turnen een gave sport.
ROC Sport College heeft alleen maar topstudenten.
Van regen word je vaak kletsnat. 

Slide 11 - Drag question

Opdrachten maken 
Lezen 2.3 opdracht 1, 2, 3, 4, 5 

Slide 12 - Slide